Deze ziekenhuizen scoren financieel het beste en het slechtste
SJG Weert mag zich opnieuw het financieel sterkste ziekenhuis van Nederland noemen. Met een resultaatmarge van 2,8 procent voert het ziekenhuis de jaarlijkse Benchmark Ziekenhuizen van BDO Accountants & Adviseurs aan. Daarna volgen het Albert Schweitzer Ziekenhuis en het Elkerliek Ziekenhuis. Helemaal onderaan bungelen Bernhoven, Gelderse Vallei en het HagaZiekenhuis, die van BDO een score van 2 of 3 krijgen. Dit meldt Skipr.
Gemiddeld scoren de algemene ziekenhuizen een 6,1, een lichte stijging ten opzichte van de 5,4 van vorig jaar. Toch is het herstel volgens BDO vooral optisch. De hogere marges komen vooral door lagere afschrijvingen en rentelasten, niet door structureel betere resultaten. Een kwart van de ziekenhuizen heeft nog steeds een resultaatmarge onder de 1 procent. Zestien instellingen blijven onder de bancaire norm.
Erasmus MC aanvoerder bij umc’s
Bij de universitaire ziekenhuizen voert Erasmus MC de lijst aan met een 9, gevolgd door Maastricht UMC+ (7). Twee umc’s, Amsterdam UMC en Radboudumc, zakten dit jaar onder de voldoendegrens – iets wat sinds 2018 niet meer is voorgekomen.
Algemeen ziekenhuis Saxenburgh laat de sterkste stijging zien en klimt van plek 47 naar 7. Ook Isala, Adrz, BovenIJ en Gelre boeken flinke vooruitgang. Daartegenover verliezen Rijnstate, Noordwest, Máxima Medisch Centrum en St Jansdal terrein. Laatstgenoemde zakt zelfs van plaats 22 naar 55.
Verouderd vastgoed en hoge kosten
Hoe dan ook blijven de financiële resultaten van ziekenhuizen achter. Volgens BDO-partner Mike Tagage is het tijd voor actie. “Het is cruciaal om nu versnelling aan te brengen. Het vastgoed is bij twe ederde van de ziekenhuizen verouderd. De loonquote is niet meer houdbaar en de investeringen in digitalisering en AI blijven achter.” Hij weet ook niet of het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) wel het antwoord is voor de problemen in de sector.
De adviesorganisatie benadrukt wel dat lage cijfers niets zeggen over de kwaliteit van zorg, maar wel duidelijk maken dat de sector financieel kwetsbaar blijft.
