
Erasmus MC opent virtueel onderzoekscentrum voor vrouwengezondheid
De Nederlandse gezondheidszorg laat miljarden liggen door achterstallige zorg voor vrouwen. Betere diagnose en behandeling kunnen jaarlijks minstens 7,6 miljard euro besparen. Het nieuwe Netherlands Women’s Health Research & Innovation Center van Erasmus MC wil de gezondheidskloof tussen mannen en vrouwen dichten. Dit meldt het Erasmus MC.
Vrouwen leven gemiddeld 25 procent langer in slechte gezondheid dan mannen. Ze krijgen vaker verkeerde of te late diagnoses en medicatie is vaak afgestemd op mannelijke lichamen. Artsen geloven vrouwen minder snel als ze pijn of andere klachten melden. Dit alles zorgt niet alleen voor gezondheidsproblemen, maar ook voor enorme economische schade.
Miljardenverlies door kennisachterstand
De gebrekkige aandacht voor vrouwengezondheid kost Nederland jaarlijks zo’n 12,6 miljard euro aan verloren arbeidsproductiviteit. Innovaties kunnen bijna de helft van dit verlies compenseren. Daarom richt het nieuwe onderzoekscentrum zich op het bundelen van bestaande kennis en het ontwikkelen van nieuwe diagnostiek, behandelingen en medicijnen.
Virtueel kenniscentrum
Het Netherlands Women’s Health Research & Innovation Center is een virtueel platform waar artsen, wetenschappers en beleidsmakers samenwerken. Onderzoek richt zich op vrouwspecifieke aandoeningen zoals endometriose en menopauze, maar ook op ziekten die bij vrouwen anders verlopen, zoals hart- en vaatziekten en botziekten. Ook mentale gezondheid en de impact van huiselijk geweld krijgen aandacht.
Niet langer wegkijken
Met ruim 8,8 miljoen vrouwen in Nederland is betere zorg geen nicheprobleem, maar een nationale prioriteit. Zonder specifieke kennis blijven veel aandoeningen onderbehandeld. “Daar mogen we niet langer van wegkijken”, stellen de initiatiefnemers: internist Jeanine Roeters van Lennep, hoofd Research & Development Office Greet Vink en hoogleraar cardiothoracale chirurgie Hanneke Takkenberg. “Want een probleem van vrouwen, is uiteindelijk een probleem van iedereen.”