EU: ideale meetmethode sigaretten ontbreekt
Er bestaat momenteel geen ‘gouden standaard’ om te meten hoeveel schadelijke stoffen rokers precies binnenkrijgen. Dat stelt de Europese Commissie naar aanleiding van het Nederlandse pleidooi om de EU-regels op dit punt te wijzigen.
Tijdens een bijeenkomst van experts van lidstaten was er vorige week ook maar “beperkte interesse van de andere lidstaten om deze discussie op dit punt voort te zetten”, aldus de woordvoerster van Eurocommissaris Vytenis Andriukaitis (Gezondheid).
Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid pleit op basis van nieuw onderzoek naar de schadelijke stoffen in sigarettenrook voor aanpassingen. Hij wil ,”metingen zonder gesjoemel”. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) constateerde dat met een andere meetmethode dan die nu verplicht is de gehaltes teer, nicotine en koolmonoxide in sigarettenrook veel hoger uitvallen.
Te weinig bewijs
Bij de methode die het RIVM hanteerde, werden de kleine gaatjes in sigaretten afgeplakt, terwijl dat bij de metingen volgens de zogeheten ISO-methode die nu standaard is niet gebeurt.
De Europese Commissie is zich “bewust van de beperkingen van de methoden die momenteel voorhanden zijn”, maar stelt dat er te weinig bewijs is om de regels te veranderen. De woordvoerster van de Eurocommissaris verwijst naar Canadees onderzoek uit 2006 waaruit ook al bleek dat verschillende meetmethodes zeer uiteenlopende resultaten geven. Conclusie van dat onderzoek van de University of Waterloo: geen enkele meetmethode met machines geeft adequaat weer hoeveel schadelijke stoffen een roker binnenkrijgt.
Door: ANP