Geen poeptransplantatie via sonde maar een pil voor patiënten met diabetes type 1
Een poeppil in de strijd tegen diabetes type 1? Volgens onderzoekers van het Amsterdam UMC kan een poeptransplantatie in pilvorm wel degelijk een veelbelovende behandeling zijn voor mensen met deze diagnose. Hun insuline-aanmakende cellen lijken langer beschermd, waardoor ze een stabielere bloedsuiker hebben en minder risico lopen op hypo’s en hypers. Dit meldt het Amsterdam UMC.
Bij diabetes type 1 valt het immuunsysteem cellen in de alvleesklier aan die insuline produceren. Daarom zijn zij een leven lang aangewezen op het spuiten van insuline. Eerder onderzoek toonde al aan dat darmbacteriën het afweersysteem beïnvloeden. Onderzoekers hopen dat een poeppil het immuunsysteem milder maakt en de alvleesklier dus minder aanval. Dit stelt het lichaam in staat om zelf insuline aan te maken en een stabiele bloedsuiker te behouden.
Vriendelijk, veilig en snel alternatief
Poeptransplantaties vinden vooralsnog plaats via een sonde die van de neus naar de darmen gaat. De ingreep is niet alleen invasief maar ook tijdrovend. Een capsule met de eigen darmbacteriën moet daar verandering in brengen. Een eerste studie heeft zich met name gericht op de veiligheid van de capsule en die lijkt op orde. Binnen het onderzoek slikten tien mensen drie maanden lang zo’n capsule. Ze leken de behandeling goed te verdragen en kregen geen ernstige klachten. Ze hadden een stabiele eigen insulineproductie, terwijl dat voor de behandeling niet het geval was. Ook hadden ze vaste bloedsuikerwaarden en insulinebehoeften tijdens én na de behandeling, terwijl deze voor de behandeling juist achteruitgingen.
Vervolgonderzoek
“Voor patiënten is dit een veel vriendelijker alternatief dan een sonde. Deze eerste resultaten zijn klein, maar geven hoop dat we de insulineproducerende cellen beter kunnen beschermen. Over de daadwerkelijke werking kan pas iets gezegd worden in een vervolgonderzoek met een controlegroep. De volgende stap is een groter onderzoek, om echt te bewijzen dat de poeppil werkt”, zegt Nordin Hanssen van inwendige geneeskunde in het Amsterdam UMC.
Vervolgonderzoek moet dus aantonen hoe effectief de pil is en op welke manier, hoeveel capsules een patiënt met diabetes type 1 nodig heeft en bij welke type patiënten de behandeling het meeste aanslaat.