29 maart 2016 om 13:59
< 1 min lezen
Laboratoriumtest niet doorslaggevend bij diagnose ziekte van Lyme
De ziekte van Lyme kan zich uiten in verschillende klachten bij de patiënt. De laboratoriumtesten voor de ziekte van Lyme kunnen artsen ondersteunen om de diagnose te stellen, maar geven geen doorslag. Dat blijkt uit onderzoek van een groep van meer dan 20 Europese experts naar de betrouwbaarheid van serologische Lyme-testen. Dit meldt RIVM.
Om de diagnose voor de ziekte van Lyme vast te stellen beoordelen artsen allereerst de gezondheidsklachten van de patiënt, daarnaast de ziektegeschiedenis en het gedrag van de patiënt (bijvoorbeeld of de patiënt grote kans heeft om tekenbeten op te lopen doordat hij veel in de natuur is). En als derde kijkt de arts naar de bloedwaarden. Deze gecombineerde methode is de beste manier om de ziekte van Lyme vast te stellen.
Het is belangrijk om meer inzicht te krijgen in de beoordeling van de uitslagen van de laboratoriumtesten voor de ziekte van Lyme in de praktijk. Dit kan artsen helpen om de juiste diagnose te stellen. Daarom zijn het Amsterdams Medisch centrum en het RIVM een onderzoek gestart bij verschillende huisartsenpraktijken.
Jaarlijks worden 1,1 miljoen mensen gebeten door een tekenbeet. Hiervan krijgt 2 procent een kenmerkende huidverkleuring en 0,2 procent een ernstigere vorm van de ziekte van Lyme. Meestal is dit te behandelen met antibiotica. Als de ziekte van Lyme niet in een vroeg stadium herkend en behandeld wordt, kan de infectie blijven bestaan en leiden tot gewrichtsklachten, huidklachten, zenuwklachten of hartklachten.
© Nationale Zorggids
