Normal_beroerte_hersenen

Na een beroerte vindt herstel van de controle over de verlamde arm en het vloeiend bewegen grotendeels in de eerste acht weken plaats. Deze bevinding suggereert dat therapie vroeg moet worden ingezet en dat deze periode cruciaal is voor een optimaal herstel, aldus bewegingswetenschapper Joost van Kordelaar. Hij promoveert op 12 november bij VUmc.

Een beroerte ontstaat door een plotselinge verstoring van de doorbloeding van de hersenen door een hersenbloeding of door een blokkade in een bloedvat door bijvoorbeeld een bloedpropje of een vetdeeltje. In beide gevallen krijgt een gedeelte van de hersenen geen zuurstof en glucose, waardoor er functieverlies optreedt. Van Kordelaar onderzocht patiënten die als gevolg van een infarct gedeeltelijk hand- en armfunctie verloren.

Gedurende de eerste zes maanden na de beroerte werden bij patiënten de bewegingspatronen van de romp, arm, hand en vingers tijdens reik- en grijpbewegingen gemeten. Verbetering in kwaliteit van bewegen (restitutie) gebeurt voornamelijk vroegtijdig na de beroerte. Gedurende de eerste acht weken maken patiënten steeds meer gebruik van schouder en elleboog terwijl ze steeds minder de romp gebruiken. In dezelfde periode wordt de beweging ook vloeiender. Na deze periode is er nog steeds functioneel herstel mogelijk, maar dat vindt hoofdzakelijk plaats doordat patiënten adaptief leren te bewegen en daarmee compenseren voor bewegingsstoornissen (substitutie).

© Nationale Zorggids