Normal_muizen_muis_lab_isabella_3603

In 2014 waren er meer patiënten met ziekten die door wilde knaagdieren overgebracht worden dan in voorgaande jaren. Het ging vooral om leptospirose (97 patiënten in plaats van gemiddeld 30) en hantavirusinfecties (36 patiënten in plaats van gemiddeld 13). Dat blijkt uit de Staat van Zoönosen van het RIVM en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

De bacterie die leptospirose veroorzaakt kan voorkomen bij knaagdieren (zoals ratten), koeien en honden. De symptomen bij de mens kunnen sterk verschillen, van griepachtige klachten tot ernstig nier- of leverlijden bij de ziekte van Weil. In 2014 was niet alleen een toename te zien van leptospirose bij de mens, ook bij honden kwam de ziekte vaker voor dan in voorgaande jaren. Mogelijk wordt de stijging veroorzaakt door de zachte, korte winter van 2013-2014 waardoor meer ratten de winter hebben overleefd.

Hantavirussen kunnen naast griepachtige klachten ook ernstige nierproblemen veroorzaken. In Nederland komt vooral het Puumulavirus voor. Dit type hantavirus wordt overgedragen door rosse woelmuizen. Een infectie met Puumulavirus kan bij mensen koorts en nierfalen veroorzaken. In 2014 zijn meer rosse woelmuizen waargenomen. Waarschijnlijk hebben ze baat gehad bij de korte, zachte winter in combinatie met ruim aanwezig voedsel. Het RIVM doet onderzoek naar de relatie tussen de hoeveelheid aanwezig voedsel, de grootte van de muizenpopulatie en het aantal mensen dat besmet raakt met het hantavirus.

Het aantal patiënten is beperkt en geeft nu geen reden tot zorg, aldus het RIVM. Het blijft belangrijk om alert te zijn op ziekten die door wilde knaagdieren worden overgedragen. Daarom loopt er onderzoek naar factoren die bijdragen aan deze toename.

© Nationale Zorggids