Normal_rolstoel_handicap_speciaal_onderwijs_mytylschool_haren

De Sint Maartenskliniek heeft op 4 december voor het eerst een geavanceerd gemotoriseerd exoskelet aan een dwarslaesiepatiënt meegegeven naar huis. Met een dergelijk ‘robotpak’ kan de patiënt zelfstandig staan en lopen. Met deze stap wil het Revalidatiecentrum van de gespecialiseerde kliniek uit Nijmegen onderzoeken in hoeverre een exoskelet ook optimaal in de dagelijkse praktijk kan worden gebruikt door iemand met een dwarslaesie. De Maartenskliniek verwacht dat een exoskelet in de nabije toekomst een praktisch alternatief kan zijn voor de rolstoel. 

De laatste jaren maken technologische ontwikkelingen het mogelijk dat mensen met een dwarslaesie door middel van een motorisch ondersteund exoskelet zelfstandig kunnen lopen. In het pak zijn verschillende elektrische motoren verwerkt die met behulp van een computer worden aangestuurd. Hiervoor hoeft men niet met een toetsenbord of joystick te werken. De gebruiker kan een exoskelet bovendien zelfstandig aantrekken. 
 
Ilse van Nes, revalidatiearts en coördinator van het onderzoek naar het exoskelet binnen de Sint Maartenskliniek: “De ontwikkelingen op dit gebied gaan wereldwijd erg hard. Met de huidige generatie exoskeletten wordt voor het eerst de stap gemaakt van de onderzoeksfase naar de toepassing in de praktijk, zowel binnen het revalidatiecentrum als bij mensen thuis.“ Naast het staan en lopen kan men straks ook weer trappen lopen. Het draagt bij aan de algehele fitheid en heeft een gunstig effect op bijkomende complicaties van een dwarslaesie, zoals blaas- en darmproblematiek. Ook worden sociale contacten verbeterd omdat je letterlijk op ooghoogte met elkaar kunt communiceren. 
 
In een periode van twee jaar zullen enkele tientallen patiënten het exoskelet thuis testen voor een periode van twee weken. Deze tests maken onderdeel uit van een grotere wetenschappelijke studie naar de bruikbaarheid van het exoskelet. Het onderzoek naar de exoskeletten wordt uitgevoerd door de Sint Maartenskliniek in samenwerking met het Radboudumc.
 
© Nationale Zorggids