Normal_handen

Begin december deed een inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) voor het medisch tuchtcollege de uitspraak dat iedere vorm van aanraking tussen een patiënt en zorgverlener die verder gaat dan een handdruk niet professioneel is. Deze uitspraak deed de inspecteur tijdens een tuchtzaak van een psychiatrisch verpleegkundige die voor seksuele intimidatie werd aangeklaagd. De IGZ maakt duidelijk dat deze uitspraak gedaan is in de context van de zaak. Een troostend gebaar is geen probleem, maar voor grensoverschrijdend gedrag moet gewaakt worden. Dit meldt het Dagblad van het Noorden. 

Volgens een woordvoerder van de inspectie moet de zorgverlener rekening houden met de ervaring van de patiënt. “Met name bij psychiatrische patiënten moeten zorgverleners waken voor grensoverschrijdend gedrag en dan kan een aanraking in de ogen van de patiënt wel een probleem zijn.” De IGZ kan inhoudelijk verder geen uitspraken doen over de zaak bij het tuchtcollege.

Medisch ethicus bij het UMCG, Marian Verkerk, vindt dat het in de gezondheidszorg ook om gevoel en menselijk contact gaat, maar nuancering van de uitspraak van de inspecteur is goed. De hoogleraar denkt dat het nuttig is om in gesprek te gaan over menselijke aanraking in de zorg. Wel moeten er duidelijke grenzen gesteld worden om misbruik en seksuele intimidatie te voorkomen. Hoogleraar ouderengeneeskunde Joris Slaets is het hiermee eens: “De zorg wordt steeds meer geprotocolleerd en de inspectie controleert hoe handelingen geregistreerd worden. Daarmee dreigt de relatie tussen zorgverlener en patiënt een blinde vlek te worden.”

©Nationale Zorggids