Volgens de Hartstichting is er veel onduidelijkheid over de verrekening van de kosten voor het gebruik van een defibrillator (AED). Slachtoffers en nabestaanden kunnen de kosten sinds 1 januari van dit jaar verhalen op de basisverzekering, maar onduidelijk is welke kosten bij wie liggen. Dit meldt NOS.
“Het probleem is dat mensen worden gereanimeerd met een AED die niet van hen is. De eigenaar van de AED moet na het incident op zoek naar het slachtoffer om de kosten te verhalen. Dat is moeilijk. De AED zit in de basisverzekering van het slachtoffer, maar de eigenaar maakt de kosten”, zegt Floris Italianer van de Hartstichting. Bedrijven met een AED blijven vaak met de kosten zitten omdat zij bijvoorbeeld de naam van het slachtoffer niet weten. Ook vinden ze het ongepast om geld te vragen bij een nabestaande als blijkt dat het slachtoffer is overleden. Het apparaat moet gereset worden en de elektroden en batterij worden vervangen. In totaal gaat het om een bedrag van honderdvijftig euro.
De Hartstichting wil met minister Schippers praten over een betere kostenregeling. Een idee is om bijvoorbeeld een speciaal verzekeringsfonds op te richten wat de verrekening van de gemaakte kosten gemakkelijker maakt voor iedereen. Volgens Italianer moet het voor alle betrokkenen simpel gehouden worden. “Iedereen is van goede wil, maar het moet praktische geregeld worden.”
©Nationale Zorggids
