Normal_reanimatie_dummie

Meer dan een kwart van de mensen overleeft een hartstilstand als burgerhulpverleners binnen zes minuten worden gemobiliseerd door middel van een tekstberichtje. Dat is aanzienlijk meer dan wanneer deze vorm van hulp achterwege blijft. Dat blijkt uit onderzoek van het Maastricht UMC+.

In een onderzoeksperiode van twee jaar werden in Limburg 833 mensen gereanimeerd na een hartaandoening. In 422 gevallen werd het relevant geacht om het oproepsysteem voor burgerhulpverleners in te schakelen. In de overige situaties was er al een ambulance aanwezig of vond reanimatie plaats in een openbare gelegenheid met aanwezigheid van een AED (zoals een winkelcentrum of sporthal). Na een oproep werd in 291 gevallen minstens één hulpverlener gemobiliseerd en kon tijdig worden gestart met reanimatie. Uiteindelijk overleefde 27,1 procent van de mensen daardoor een hartstilstand. In het geval dat het alarmeringssysteem wel werd geactiveerd, maar dit niet leidde tot respons van een burgerhulpverlener, bleek de overleving slechts 16,0 procent te zijn.
 
Naast de bijdrage van de burgerhulpverlener was de overleving groter wanneer een getuige van een hartstilstand de reanimatie startte. “Het snel en adequaat optreden zorgde er in 92 procent van de gevallen voor dat overlevers naar huis konden na ontslag uit het ziekenhuis”, zegt hoofdonderzoeker Ruud Pijls. Cardioloog prof. dr. Ton Gorgels vult aan: “Hoe meer mensen in onze samenleving zijn geschoold in reanimatie, hoe meer levens we kunnen redden.”
 
Naar schatting overleeft slechts één op de tien mensen een hartstilstand. De kans op overleving wordt groter naarmate binnen zes minuten kan worden gestart met reanimatie en daarbij een AED wordt ingezet. Nederland telt inmiddels 130.000 mensen die als burghulpverlener actief zijn, geregistreerde vrijwilligers die zijn geoefend in reanimeren en tevens in staat zijn om een AED te gebruiken. 
 
© Nationale Zorggids