In het zorgcentrum zat ik rustig te wachten tot de deelnemers binnenkwamen. Nou, dat deden ze en hoe. Rennend kwamen ze hijgend binnen, terwijl één van hen op zijn horloge tikte en zei: “We moeten wel precies om half vier stoppen hoor!” Met een gezicht van - ram die training er maar even snel door - gingen ze al koffieschenkend zitten. Ik voelde de adrenaline door mijn aderen gieren. Het was de eerste keer dat ik een training gaf die drie maal drie uur zou duren. Tot nu had ik de luxe van twee volle dagen over een onderwerp of zelfs zesmaal drie dagen met dezelfde groep.

Oeps, dacht ik. Ik moet nu snel tot de kern komen zonder geleuter of uitgebreide kennismaking. Ik pakte als een gek mijn stift en sprong naar de flip-over terwijl mijn hart twee maten oversloeg. “Stop!” zei mijn ouwe trouwe intuïtie, “dit gaat niet goed, dit ga ik eens even anders aanpakken.” Ik ging dus rustig weer zitten en ademde uit. De training ging over het voeren van functioneringsgesprekken.

“Als jullie een functioneringsgesprek voeren, komen jullie dan ook zo binnen?” Daarna deed ik voor hoe ze binnen waren gekomen. Ze herkenden het dadelijk. Ach, zo bleek uiteindelijk dat ik ook in drie uur tot de essentie kon komen en in alle rust. Wat is tijd?

Het gaat erom hoe je ernaar kijkt en hoe je het ervaart. Er wordt wat rond gerend in Nederland. Hoeveel mensen hebben een burn-out doordat ze zichzelf, hun geliefden en al wat werkelijk belangrijk is in het leven voorbij zijn gerend?

Van de week had ik twee vrouwen in een groep. Ze hebben kinderen en werken. Noodzakelijk, want er is geen partner. Er zaten twee bleke koppies met roodomrande ogen. Crèches zijn onbetaalbaar en uitkeringen bijna onmogelijk. En bovendien, ze willen ook graag werken. De kinderen worden `s nachts wakker en houden daar geen rekening mee. Op mijn vraag: “Hebben jullie wel eens tijd voor jezelf?” keken ze me verdwaasd aan. Van welke wereld kwam die vrouw? En ja, ik heb gemakkelijk praten.

Ooit gaf ik een stresspreventietraining aan vrouwen in dezelfde situatie. Ik vroeg ze wat ze met een uur voor zichzelf zouden doen. Verlekkerd keken ze elkaar aan en begonnen te dagdromen. Zwemmen, wandelen, winkelen, enzovoort. Maar zeiden ze: “Het is niet mogelijk. Dat kan niet.” Ik gaf ze de opdracht de komende week een uur voor zichzelf te reserveren. En ja hoor, ze kregen het voor elkaar. Hoe weet ik niet, maar het is ze gelukt. En de week daarop zelfs twee uur. En daarna een hele middag. Het kon dus wel, ze dachten alleen dat het onmogelijk was. Er valt altijd iets te regelen. Moeders gaan gebukt onder schuldgevoelens. Maar wat heeft een kind aan een moeder met een burn-out? Dan maar een middag op pad.

De laatste middag in het zorgcentrum. Om één uur sta ik voor de deur. Ik heb nog een half uur. Ik bel nog even rustig naar een cliënt om iets te regelen. Dan komt er een telefoontje van het zorgcentrum. “Waar ik blijf?” We zouden om één uur beginnen. Ik dacht om half twee. Ik ren met mijn map het centrum binnen en kom hijgend aan. In alle rust zitten ze op me te wachten. Lees ik hier triomf in hun ogen?