Normal_gouda-385875_960_720

Burgerwetenschap, ook wel citizen science genoemd, is nog nieuw als het gaat om toepassing in de Publieke Gezondheid. Bij complexe problemen, zoals overgewicht, is de inzet van alle betrokken partijen nodig om tot oplossingen te komen: gemeente, professionals, bedrijfsleven én bewoners. Burgerwetenschap kan helpen om een brede kennisbasis te creëren om deze complexe problemen aan te pakken. Citizen science biedt hiervoor veel mogelijkheden, maar deze worden nog niet optimaal benut. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Lea den Broeder aan de Vrije Universiteit, zo meldt RIVM. 

Bij burgerwetenschap werken wetenschappers en burgers op gelijke voet samen aan wetenschappelijk onderzoek. Voorbeelden van burgerwetenschap zijn bijvoorbeeld de vogelteldag, of iSpex, een project waarbij bewoners zelf de kwaliteit van de lucht meten met hun mobiele telefoon.

Burgerwetenschap levert veel op, zowel voor de wetenschap als voor bewoners en hun gezondheid. De bewoners leren meer over gezondheid en over onderzoek doen. En door de invloed van bewoners op onderzoek sluit het daarop gebaseerde beleid beter aan op wat bewoners belangrijk vinden. Burgerwetenschap kan bovendien de sociale samenhang in een buurt verbeteren. Samen onderzoek doen met burgerwetenschappers is ook een eerste stap om samen aan de oplossingen te gaan werken.

Wel staat de inzet van burgerwetenschap voor gezondheid nog in de kinderschoenen. Er zal dus nog veel met burgerwetenschap geëxperimenteerd moeten worden om de inzet ervan te optimaliseren. Ook is soms extra inspanning vereist om burgerwetenschap tot een succes te maken. Bijvoorbeeld in de vorm van training of instructie of als nieuwe instrumenten nodig zijn zoals apps voor op je telefoon.

Door: Redactie Nationale Zorggids