Normal_aed_hartstilstand_reanimatie

In Amsterdam is de Hartstichting samen met partners naarstig op zoek naar buitenmuren om extra AED’s te plaatsen. Landelijk gezien loopt de hoofdstad achter op het aantal 24/7 beschikbare AED’s, waardoor er niet overal op tijd een AED kan worden ingezet bij een reanimatie. De komende tijd gaat de Hartstichting met onder meer supermarkten en vastgoedeigenaren aan de slag om Amsterdam op meer plekken hartveilig te maken. Voor een goede dekking zijn er naar verwachting nog zo’n 100 aangemelde AED’s nodig verspreid over de stad. Dit meldt de Hartstichting.

Jaarlijks krijgen zo’n 850 mensen in Amsterdam een hartstilstand. De dekking van het aantal dag- en nacht beschikbare AED’s ligt op dit moment gemiddeld lager dan 50 procent. Ofwel: er kan niet overal op tijd een AED worden ingezet. Daarom gaat de Hartstichting de komende tijd met verschillende partijen samenwerken. Het doel is om een dekkend netwerk van geregistreerde 24/7 toegankelijke AED’s te krijgen. Sommige AED’s hangen in gebouwen die ’s avonds of in het weekend gesloten zijn, waardoor deze apparaten niet 24/7 kunnen worden ingezet.

HartslagNu

Sinds 1 april is Amsterdam aangesloten bij HartslagNu. Dit landelijke oproepsysteem wordt ingezet bij elke 112-melding van een hartstilstand. Bij een hartstilstand is de overlevingskans het grootst als direct 112 wordt gebeld, binnen 6 minuten wordt gestart met reanimatie en een AED wordt aangesloten. De Hartstichting heeft als doel van Amsterdam een 6-minutenzone te maken met zowel voldoende burgerhulpverleners als voldoende beschikbare AED’s.

Zowel spreiding als aantallen verbeteren

Samen met vastgoedeigenaren, supermarkten, stadsboerderijen, inwoners van Amsterdam en nog veel meer partijen wil de Hartstichting ervoor zorgen dat er in Amsterdam meer muren mét een aangemelde AED komen. Vooral in de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West is een betere beschikbaarheid van AED’s die dag en nacht te gebruiken zijn hard nodig. In het Centrum hangen er veel AED’s, maar daar is de spreiding nog onvoldoende.

Door: Nationale Zorggids