Normal_6543

HILVERSUM (ANP) - De Onderzoeksraad voor Veiligheid zou zaken zoals die van baby Jelmer moeten onderzoeken en niet de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Dat zei Pieter van Vollenhoven, oud-voorzitter van de Onderzoeksraad, donderdag in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur.

Donderdag werd het onderzoeksrapport van de Nationale Ombudsman bekend. Daaruit blijkt dat het Groningse universiteitsziekenhuis UMCG en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) "schokkend gefaald" hebben in het onderzoek naar de vraag hoe in 2007 de toen 6 weken oude Jelmer gehandicapt is geraakt.

Verlengstuk
"De inspectie is de toezichthouder en kijkt naar de regelgeving en de naleving daarvan. En de inspectie kan optreden als verlengstuk van het Openbaar Ministerie, bij de beantwoording van de schuldvraag", zei Van Vollenhoven.

"Maar ze worden altijd geconfronteerd met hun eigen reilen en zeilen en waarom ze dingen niet eerder hebben gezien als toezichthouder. Als je de waarheid wilt weten kun je beter naar de Onderzoeksraad voor Veiligheid gaan dan naar de inspectie, omdat de inspectie daar niet het geëigende instrument voor is", aldus Van Vollenhoven.

Volgens de oud-voorzitter moet de onderzoeksraad meer geld krijgen omdat er in de zorgsector veel zaken zijn die het verdienen onderzocht te worden.

KNMG
Wanneer zich bij een medische behandeling incidenten of complicaties voordoen, moeten de betrokkenen alle beschikbare informatie krijgen. Dat zei een woordvoerster van de artsenkoepel KNMG in reactie op het vernietigende rapport van de Nationale Ombudsman.

KNMG wil overigens niet op het individuele geval van Jelmer in gaan. "Maar in dit soort gevallen in het algemeen moeten ziekenhuizen alle informatie verstrekken die beschikbaar is om te achterhalen wat er precies is gebeurd", aldus de zegsvrouw.