Onverminderd hoog gebruik sterke opioïden; anesthesiologen wijzen op dieperliggend probleem
Hoewel het gebruik van lichte pijnstillers zoals tramadol daalt, blijft het gebruik van sterkwerkende opioïden hardnekkig hoog. In 2024 kreeg ruim een derde van de gebruikers van middelen als morfine, oxycodon en fentanyl deze middelen langer dan drie maanden voorgeschreven. Dat blijkt uit de nieuwste Themarapportage Opioïden van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM).
Sterkwerkende opioïden zijn effectief bij acute pijn, maar langdurig gebruik leidt tot tolerantie, verslavingen en soms ernstige bijwerkingen. Toch kreeg 34,6 procent van de gebruikers in 2024 meer dan drie maanden voorraad mee; vrijwel hetzelfde percentage als in eerdere jaren. “Langdurig gebruik kan mensen juist meer schade dan verlichting brengen”, waarschuwt het IVM.
Grote regionale verschillen
In de Randstad gebruikt minder dan 30 procent van de patiënten langdurig opioïden, terwijl dit buiten de Randstad kan oplopen tot boven de 40 procent. Ouderen gebruiken vaker langdurig deze middelen, bijvoorbeeld bij artrose. Regionale samenwerking blijkt effectief: in Arnhem verminderde langdurig gebruik na afspraken tussen huisartsen en apothekers over kortere recepten en extra begeleiding.
Dieperliggend probleem
De Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) noemt de cijfers een symptoom van een groter probleem: chronische pijnzorg die tekortschiet. Ruim 3,5 miljoen Nederlanders leven met langdurige pijn en hebben vaak beperkte toegang tot goede behandeling. “Zolang chronische pijn niet beter wordt aangepakt, blijft de afhankelijkheid van opioïden bestaan”, stelt de NVA.
De vereniging pleit voor een actieagenda pijnzorg 2.0, met meer onderzoek, betere scholing van zorgprofessionals en duidelijke afspraken met patiënten over duur en afbouw van de pijnstillers.
Thema opioïden agenderen
Het IVM roept op tot meer regionale afspraken, minder administratieve drempels bij afbouwbegeleiding en structurele aandacht voor veilig gebruik. De overheid kan daarnaast samenwerken met zorgverzekeraars om financiële en organisatorische belemmeringen voor afbouwbegeleiding terug te dringen.