Veel vrouwen kunnen na borstverwijdering veilig afzien van bestraling
Jarenlang gold bestraling als standaard na een borstverwijdering bij borstkanker. Maar nieuw internationaal onderzoek laat zien dat dit vaak niet meer nodig is. Uit de SUPREMO-studie, uitgevoerd in 17 landen en gecoördineerd door de Universiteit van Edinburgh en het Antoni van Leeuwenhoek, blijkt dat vrouwen met een middelmatig risico net zo goed herstellen zonder bestraling. Dit meldt het Nederlands Kanker Instituut (NKI) van het Antoni van Leeuwenhoek.
Aan het onderzoek deden 1.607 vrouwen mee die een borstverwijdering en moderne medicamenteuze behandeling kregen. De helft kreeg bestraling, de andere helft niet. Na tien jaar leefde 81,4 procent van de vrouwen mét bestraling nog, tegenover 81,9 procent zonder bestraling. Ook de kans op uitzaaiingen of terugkeer van de ziekte verschilde met minder dan 2 procent nauwelijks.
Klachten door bestraling
“Hoewel ernstige bijwerkingen in deze studie zeldzaam waren, weten we dat bijna alle patiënten klachten ervaren van bestraling, soms pas jaren later”, zegt onderzoeker Nicola Russell van het Antoni van Leeuwenhoek. “Door onnodige bestraling te vermijden, verlagen we de behandellast en voorkomen we problemen, bijvoorbeeld bij borstreconstructies.”
De onderzoekers benadrukken dat het onderzoek alleen geldt voor vrouwen met stadium II borstkanker, oftewel een middelmatig risico. Voor patiënten met een hoger risico blijft bestraling mogelijk wél zinvol.
Verouderd beleid
Bestraling van de borstwand was jarenlang bedoeld om achtergebleven kankercellen te doden, maar dat beleid stamt uit onderzoeken uit de jaren tachtig. Sindsdien zijn medicijnen, operaties en behandelmethoden sterk verbeterd. Daardoor is de kans op terugkeer van borstkanker inmiddels veel kleiner, en weegt de winst van bestraling in veel gevallen niet meer op tegen de bijwerkingen.