Vrouw met borstamputatie gediscrimineerd door twee zwembaden

Een vrouw die door borstkanker een borstamputatie moest ondergaan, is naar het College voor de Rechten van de Mens gestapt. Zij mocht op voorhand zonder bovenstuk zwemmen in twee zwembaden, maar moest haar bovenlichaam plots bedekken na klachten van bezoekers hierover. Zij beroept zich op ongelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en geslacht, en daar gaat het mensenrechtencollege in mee. De zwembaden hebben gediscrimineerd, zo luidt het oordeel. Dit meldt het CRM.

Bij strakke of natte kleding heeft de vrouw door haar borstamputatie pijn aan haar bovenlichaam. Daarom vroeg ze aan twee zwembaden of ze zonder bovenstuk het water in mocht. Daar gaven beide baden toestemming voor. Maar bezoekers dachten daar anders over. Zij vonden de vrouw zich buiten het water ‘provocerend’ gedragen en anderen vonden het te confronterend. Vervolg was dat de zwembaden klachten ontvingen over de vrouw, waarop ze besloten dat zij buiten het water haar bovenlichaam moest bedekken. In het bad mocht zij nog altijd zonder bovenstuk zwemmen. Dit besluit viel echter niet goed bij haar, omdat het haar vrijheid zou beperken. Ze voelde zich daarnaast ongelijk behandeld ten opzichte van anderen.

Redelijke aanpassingen

Het mensenrechtencollege vindt het verzoek van de vrouw om buiten het water zonder bovenstuk rond te lopen redelijk. Dit had haar niet verboden mogen worden, mede omdat zwembaden volgens de wet verplicht zijn om redelijke aanpassingen te doen voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Het College vindt niet dat de klachten van de bezoekers zwaarder wegen dan het recht van de vrouw op lichamelijke autonomie. Ongemakkelijkheid van anderen mag een gedupeerde geen beperking van bewegingsvrijheid opleveren. Daarom vindt het CRM ook dat er sprake is van discriminatie.

“Hoewel het oordeel daarop gebaseerd is, wijst het College ook op het belang van intersectionaliteit: het samengaan van meerdere discriminatiegronden. In dit geval is de beperking van de vrouw nauw verbonden met regels rond kleding voor vrouwen en dat maakt het extra belangrijk om zorgvuldig naar gelijke behandeling te kijken”, concludeert het College.