Wat kun je beter niet doen in de palliatieve fase? V&VN presenteert nieuwe Beter Laten-lijst
Wat kun je beter laten als verpleegkundige of verzorgende wanneer je iemand in zijn of haar laatste levensfase verzorgt? V&VN presenteert een nieuwe top 5 Beter Laten-lijst met adviezen over handelingen die je beter níet kunt uitvoeren in de palliatieve zorg. Dit meldt V&VN.
De nieuwe top vijf ‘Beter Laten’ handelingen bestaat uit: het níet bedekken van primair gesloten, niet-lekkende wonden, het níet verrichten van diagnostiek naar uitdroging in de stervensfase en het vermijden van gebruik van fixatiemateriaal rechtstreeks op de (bestraalde) huid bij oncologische ulcera. De top vijf sluit af met: gebruik geen meetinstrumenten als op zichzelf staand doel als er sprake is van angst in de palliatieve fase. In de stervensfae is het belangrijk om alleen wisselligging uit te voeren als er sprake is van doorligplekken.
Minimale wondzorg
Soms kan een kankertumor door de huid heen groeien, waardoor een wond ontstaat. Dat kan pijnklachten veroorzaken, lekken of gaan stinken. Wondzorg is ook in de palliatieve fase vanzelfsprekend, maar in de stervensfase het liefst geminimaliseerd. Advies is dan ook om alleen de wond intensief te verzorgen als er sprake is van lekkage. Ook pleisters of ander fixatiemateriaal op bestraalde huid moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Een goed alternatief is buisverband: dat knelt én plakt niet. Bovendien is het niet nodig om dichte wonden te bedekken. “Als een wond dicht is, is hij dicht.”
Uitdroging
Patiënten in de palliatieve fase hoeven niet onderzocht te worden op uitdroging. Het is voldoende om te kijken naar (de kleur van) iemands plas en de droogte van de lippen, mond of tong van een patiënt. Uitdroging gaat soms ook gepaard met sufheid of verwardheid. Tot slot is wisselligging alleen nodig als een patiënt doorligplekken heeft. Maar altijd in overleg met de patiënt en familie. “Less is more in de laatste dagen en daar ben je echt alert op. Eigenlijk dóe je juist heel weinig, maar wat je wel en niet doet is heel waardevol”, leggen wondzorgverpleegkundigen uit.