Wereldwijde studie toont grote verschillen in kankerzorg voor vrouwen

De zorg voor vrouwen met borst-, baarmoederhals- en eierstokkanker verschilt wereldwijd sterk. Dat blijkt uit de grootste internationale analyse ooit naar deze drie kankersoorten. De studie omvat gegevens van 275.000 vrouwen uit 39 landen, waaronder Nederland. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) leverde data en werkte mee aan het onderzoek. Dit meldt het IKNL.

In rijke landen wordt kanker bij vrouwen veel vaker vroeg ontdekt. Bij 40 procent van de patiënten wordt de ziekte in een vroeg stadium vastgesteld, tegenover minder dan 20 procent in landen met een laag of middeninkomen. Vooral eierstokkanker wordt wereldwijd later opgespoord.

Internationale richtlijnen niet consequent gevolgd

Ook in de behandeling bestaan grote verschillen. In welvarende landen kreeg 78 procent van de vrouwen een operatie aangeboden, in armere landen 56 procent. Ook volgen zorgverleners de internationale behandelrichtlijnen vaak niet consequent. De behandeling aan oudere vrouwen wijkt vaker af van de richtlijn dan de behandeling aan jongere vrouwen, ongeacht waar ze wonen. Daarnaast hebben vrouwen in lage-inkomenslanden vaker te maken met lange wachttijden voor een operatie.

Meerdere factoren bepalen kwaliteit behandeling

De onderzoekers wijzen erop dat factoren zoals inkomen, opleiding, reisafstand en beschikbaarheid van zorgvoorzieningen een grote rol spelen in de kwaliteit van behandeling. Zelfs in rijke landen bepalen beleids- en verzekeringsregels soms of iemand de optimale zorg krijgt.

Volgens professor Sabine Siesling, hoofdonderzoeker bij IKNL en hoogleraar ‘kankerzorg op maat’ aan de Universiteit Twente, benadrukt het belang van internationale samenwerking. “Deze studie maakt duidelijk dat de zorg voor vrouwen met kanker wereldwijd niet altijd aansluit op de internationale richtlijnen.”

Amputatie, chemo of hormoontherapie

Nederland scoort goed en enigszins vergelijkbaar met Noorwegen en referentieland de Verenigde Staten. Zo krijgt één op de vijf vrouwen met kleine borstkankertumoren toch een amputatie, vergelijkbaar met Noorwegen. Chemotherapie en hormoontherapie worden hier iets minder vaak toegepast dan in de VS, maar Nederland blinkt uit in gedeelde besluitvorming met de patiënt. “Door data te blijven delen en leren met andere landen, kunnen we de wereldwijde zorg nog beter afstemmen op de individuele vrouw – met optimale, passende zorg als doel.”