Forensisch artsen gemeenten werken onder grote druk
Forensisch artsen die lijkschouw doen bij vermoedens van een niet-natuurlijke dood werken onder grote druk. Ze draaien vaak te lange diensten of veel diensten achter elkaar. Bovendien dreigt er op korte termijn een tekort aan gemeentelijk lijkschouwers. Veel forensisch artsen gaan binnenkort met pensioen, terwijl er veel te weinig nieuwe worden opgeleid. In veel regio’s is de situatie nu al nijpend. Om dit probleem op te lossen is het nodig te kijken naar opleiding, financiering, werving en registratie van forensisch artsen voor gemeentelijke lijkschouw. Dit is de conclusie van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Met de kwaliteit van de lijkschouw en deskundigheid van forensisch artsen is weinig mis mee, maar er dreigt op korte termijn een nijpend tekort aan forensisch artsen voor gemeentelijke lijkschouw. Dat komt onder andere door historische tekorten aan gefinancierde opleidingsplaatsen, onduidelijkheid over een aangekondigde verlenging van de opleiding en aanbestedingen rond arrestantenzorg. Er is daardoor geen sprake van een stabiele en professioneel toereikende werkomgeving.
Opleiding en arbeidsmarkt
Het IGJ adviseert dat artsenorganisaties, de GGD’en, gemeenten en betrokken ministeries meer aandacht moeten geven aan de problemen op de arbeidsmarkt, al blijven deze lastig om op te lossen. Ook is er een nieuwe raming nodig over de behoefte aan forensische geneeskunde en het aanbod.
Er zijn initiatieven om de opleiding tot forensisch arts langer te maken. De gevolgen zijn niet duidelijk, maar het maakt zo’n opleiding minder aantrekkelijk. De inspectie vraagt hiernaar te kijken en vraagt ook meer aandacht voor lijkschouw in de studie geneeskunde aan universiteiten en in bij- en nascholing. Ook meer ruimte voor deelname van forensisch artsen aan wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke werkplaatsen om kennis uit te wisselen. Meer aanbevelingen van de IGJ vind je hier.
Niet-natuurlijke dood
Forensisch artsen doen 10.000 à 12.000 lijkschouwen per jaar na een niet-natuurlijke dood of vermoeden daarvan. Bijvoorbeeld bij een overlijden na alcohol- of drugsmisbruik, een verkeersongeval, zelfdoding en na een misdrijf.
Ze onderzoeken of er sprake is van een niet-natuurlijke dood en of er aanwijzingen en sporen zijn van een misdrijf. Daarnaast doen de artsen ongeveer 7.000 lijkschouwen per jaar na euthanasie, waarbij ze als gemeentelijk lijkschouwer kijken of de juiste procedures zijn gevolgd. Ze werken op het snijvlak van de zorg en het strafrecht.
Door: Nationale Zorggids