Fysiotherapeuten verlaten in groten getale het vak: risico op langere wachttijden
Het aantal fysiotherapeuten dat stopt met werken in de eerstelijnszorg neemt snel toe. Sinds april 2024 zijn bijna 3.000 therapeuten uit het beroep gestapt, blijkt uit recent onderzoek van de vakbond FDV. De uitstroom overtreft het aantal nieuwe toetreders met ruim 600. Vooral jonge therapeuten met minder dan tien jaar werkervaring verlaten het vak. Nog eens 70 procent van de ondervraagden overweegt hetzelfde te doen. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
De toenemende uitstroom zorgt in sommige regio’s, zoals Friesland, Zeeland en Limburg, al voor merkbare wachttijden bij gespecialiseerde fysiotherapie, zoals bekken- of kinderfysiotherapie.
Lage tarieven en hoge werkdruk als voornaamste oorzaken
Volgens het onderzoek spelen financiële onzekerheid, hoge werkdruk en gebrek aan passende arbeidsvoorwaarden een belangrijke rol. Fysiotherapeuten geven aan dat het huidige tarief — gemiddeld 35 euro per behandeling — onvoldoende is om van te leven, zeker gezien de opleidingsvereisten op hbo-niveau.
De vakbond wijst op schrijnende situaties waarin therapeuten moeite hebben om hun dagelijkse uitgaven of hypotheeklasten te dekken. Binnen instellingen zoals ziekenhuizen of revalidatiecentra, waar cao’s gelden, liggen de salarissen soms tot 60 procent hoger.
Zorgverzekeraars bepalen praktijktarieven
Fysiotherapeuten in de eerstelijnszorg vallen buiten een cao en zijn afhankelijk van contracttarieven met zorgverzekeraars. Die tarieven liggen volgens de beroepsgroep te laag. Een eerder door de Tweede Kamer aangenomen motie vraagt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om een minimumbedrag voor behandelingen vast te stellen. Het ministerie van Volksgezondheid heeft inmiddels de NZa verzocht nader onderzoek te doen naar mogelijke oplossingen.
De vakbond wijst erop dat fysiotherapie slechts iets meer dan één procent van het totale zorgbudget beslaat, terwijl het jaarlijks ruim vier miljoen mensen behandelt en bijdraagt aan het voorkomen van zwaardere zorg.
Structurele gevolgen voor zorg en opleiding
De afname in beroepsuitoefening heeft ook gevolgen voor de opleiding. Sinds vier jaar is het aantal nieuwe studenten met 15 procent gedaald. Maatregelen zoals het opheffen van de numerus fixus hebben het tij vooralsnog niet gekeerd. Volgens de vakbond ervaren studenten al tijdens stages dat het werk fysiek en administratief zwaar is, terwijl het financiële vooruitzicht beperkt is.
De sector waarschuwt dat bij een voortgaande uitstroom wachttijden in de eerstelijnszorg zullen toenemen en de druk op huisartsen en ziekenhuizen verder zal oplopen. De vakbond roept op tot structurele hervorming van het bekostigingssysteem om de toegankelijkheid van fysiotherapie in stand te houden.