Mantelzorgers voelen zich ongezien: ‘Niet genoeg inzicht in wat zij vinden en willen’
Mantelzorgers voelen zich vaak alleen staan in hun zorgtaak. Ze vinden het normaal om voor een naaste te zorgen, maar verwachten dat de overheid professionele hulp toegankelijk en betaalbaar maakt. Die steun ontbreekt vaak, blijkt uit het promotieonderzoek van Yvette Wittenberg van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De overheid leunt te veel op mantelzorgers zonder echt te begrijpen hoe zwaar hun taak is, aldus de UvA.
Nederland telt 5 miljoen mantelzorgers. De zorgvraag stijgt, terwijl personeelstekorten in de zorg groeien. Mantelzorgers voelen de druk toenemen. Vooral bij langdurige of complexe zorg willen ze hulp van professionals, maar die samenwerking verloopt moeizaam. Ze vinden het lastig om vreemden in hun privésfeer toe te laten en worden niet altijd als gelijkwaardige partners gezien.
Doolhof
Veel mantelzorgers willen samenwerken met professionals, maar lopen vast in het ingewikkelde zorgsysteem. “Mensen vinden het systeem te ingewikkeld en noemen het een doolhof”, zegt Wittenberg. Het gebrek aan overzicht en ondersteuning leidt tot frustratie en hulpeloosheid. Mantelzorgers voelen zich niet alleen overvraagd, maar ook ongezien.
Samenwerking als kerntaak
Volgens Wittenberg is het essentieel dat zorgprofessionals mantelzorgers beter begrijpen. Samenwerking moet een kerntaak worden, stelt ze. Professionals moeten mantelzorgers leren kennen en erkennen, zodat ze op basis van vertrouwen kunnen samenwerken.