Meer aandacht voor passende zorg in zorgopleidingen
Hoe kun je samen beslissen in de zorg bevorderen? Dat onderzocht Haske van Veenendaal aan Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) in zijn proefschrift. Hij ontwikkelde een programma dat bij verschillende teams binnen de oncologische zorg werd getest. Zorgverleners blijken positief en zien de voordelen voor zichzelf en de patiënt. Bovendien lijkt samen beslissen niet meer tijd te kosten. Voor de verdediging op 21 september vindt het symposium Op weg naar gelijkheid in de zorg plaats, waar onder meer filosoof Marli Huijer te gast is. Dit meldt Erasmus University.
Wanneer je de diagnose kanker krijgt, kan je wereld aardig op z’n kop komen te staan. Er staan je mogelijk zware operaties te wachten, die gepaard kunnen gaan met inspannende trajecten van bestralingen, antihormoon- of chemokuren met kans op veel bijwerkingen. Hierbij komt zowel de patiënt als de arts voor moeilijke keuzes te staan. Ga jij bij borstkanker bijvoorbeeld voor een borstsparende operatie in combinatie met bestraling of ga je voor een complete amputatie? En kies je bij uitgezaaide longkanker voor een zware chemokuur waardoor je mogelijk een paar maanden langer te leven hebt, of wil je meer tijd met je familie om je op het afscheid te kunnen voorbereiden?
Passende behandeling
“Al deze afwegingen hebben grote gevolgen, niet alleen op je lichaam maar ook op je gezin, je werk en de rest van je leven. Tegelijk is er veel onzekerheid over bijvoorbeeld je overlevingskansen”, zegt promovendus Haske van Veenendaal. Iedere patiënt maakt hierbij andere afwegingen. Iemand kan bijvoorbeeld vanuit religieus oogpunt geen behandeling willen, of net een bedrijf gestart hebben en daarom minder geneigd zijn een chemokuur te willen.
“Je moet als behandelaar dus te weten komen wat de voorkeuren van de patiënt zijn en je in zijn argumenten kunnen verplaatsen. Samen beslissen is een effectieve vorm van communicatie om met de zorgverlener en de patiënt tot de best passende beslissing te komen.”
Opleiding
In het Integraal Zorgakkoord (IZA) is afgesproken om vanaf 2025 samen beslissen in te bedden in de zorg en om daar ook op de geneeskunde en verpleegkundige opleiding meer aandacht aan te besteden. De literatuur laat zien dat de kwaliteit van de zorg verbetert en de tevredenheid van patiënten hoger ligt. Toch wordt samen beslissen in onvoldoende mate toegepast en het proefschrift laat zien dat er nog veel ruimte is voor verbetering. Voor zijn onderzoek nam Van Veenendaal onder meer ruim driehonderd consulten op en liet hij zorgverleners oefenen met trainingsacteurs die verschillende realistische scenario’s naspeelden.
Oncologie
Juist bij oncologische zorg is samen beslissen volgens de promovendus erg waardevol, vanwege de hoge onzekerheid en omdat je voor ingrijpende keuzes komt te staan waarin voorkeuren van patiënten en naasten bepalend zijn. Patiënten met kanker zijn extra kwetsbaar, wat een gelijkwaardige besluitvorming tussen arts en patiënt kan belemmeren.
“Zo was er een consult waar een Chinese vrouw de diagnose borstkanker kreeg. Ze was in paniek en riep steeds ‘borst weg’. De chirurg dacht dat de patiënt daarmee aangaf een amputatie van de borst te willen. Pas in een volgend gesprek met de verpleegkundige waar haar zoon bij was, kwam door een vraag van hem de mogelijkheid tot een borstsparende operatie op tafel. De operatie was toen al gepland en gelukkig kon dit worden hersteld. Dat laat zien dat je als zorgverlener heel vaardig moet zijn in het omgaan met die kwetsbaarheid.”
De geluidsopnamen van consulten werden ook besproken met de zorgverleners. Iets wat artsen volgens Van Veenendaal als erg leerzaam ervoeren. “Zo was er een chirurg die de neiging had om erg sturend te zijn. Toen hij met zijn eigen citaten werd geconfronteerd, kon hij zijn eigen woorden eerst niet geloven en het was voor de arts echt een eyeopener.”
Dat verkrijgen van inzicht in je eigen blinde vlek is een voorwaarde om te kunnen leren. Veel zorgverleners zijn onbewust onbekwaam. Verder bleek dat artsen het moeilijk vinden om de optie van niet behandelen bespreekbaar te maken, terwijl patiënten dit vaak ook willen weten. Dit werd daarom ook geoefend met de acteurs om de optie ter sprake te kunnen brengen.
Werkdruk
Zorgverleners vreesden dat samen beslissen hun meer tijd zou kosten, terwijl de werkdruk in de zorg toch al hoog ligt. Toch blijkt uit het onderzoek van Van Veenendaal zelf en uit een systematic review die hij uitvoerde, dat er geen significant verschil was in consultduur. “Samen beslissen hoeft dus niet meer tijd te kosten. Wel moeten zorgverleners dit nu vaak nog tegen de stroom in doen, want het systeem werkt niet mee. Ik zou het mooi vinden als clinici de leiding nemen in het implementeren van samen beslissen door dit de kern van hun vak te maken. Clinici worden gelukkiger en de gezondheidszorg wordt niet alleen minder complex, maar ook minder gebaseerd op wantrouwen.”
Door: Nationale Zorggids