Normal_1292
De Voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht heeft de Landelijke Huisartsenvereniging en de Vereniging Huisartsenposten Nederland in kort geding veroordeeld om NVvPO toe te laten tot het overleg over de CAO Huisartsenzorg. NVvPO is vanzelfsprekend buitengewoon verheugd over dit vonnis.

LHV en VHN weigerden tot nu toe NVvPO aan de CAO-onderhandelingstafel toe te laten. Zij vonden NVvPO niet representatief en er zouden aan werknemerszijde al genoeg partijen zijn vertegenwoordigd. Bovendien vonden LHV en VHN dat de praktijkondersteuners al voldoende door NVDA worden vertegenwoordigd.

De Voorzieningenrechter heeft met de argumenten van de werkgeversorganisaties korte metten gemaakt. De Voorzieningenrechter overweegt dat de belangen van doktersassistenten en praktijkondersteuners niet steeds parallel lopen en dat NVDA in CAO-overleg geneigd zal zijn een tussenpositie in te nemen. Volgens de Voorzieningenrechter kan van NVvPO dan ook niet worden gevergd dat zij genoegen neemt met alleen vooroverleg met NVDA in plaats van een eigen positie aan de onderhandelingstafel. De Voorzieningenrechter vindt ook van belang dat NVvPO in haar eentje beduidend meer praktijkondersteuners vertegenwoordigt dan ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en NVDA samen.

Het eerstvolgend CAO-overleg is op 14 februari 2011. NVvPO zal daarbij aanwezig zijn. Zij heeft er vertrouwen in dat zij vanaf nu, samen met de andere vakbonden, gezamenlijk op kan trekken om een goed CAO resultaat te kunnen behalen.