Normal_12497

AMSTERDAM - Er moeten meer reguliere ggz-medewerkers in penitentiair psychiatrische centra (PPC) gaan werken om de behandeling goed aan te laten sluiten op de voor- en nazorg aan gedetineerden. Daarvoor pleiten Marleen Barth, voorzitter van GGZ Nederland en Jacco Groeneveld, directeur Gevangeniswezen, zo meldt Zorg + Welzijn.

Wanneer bijvoorbeeld gedetineerden met ernstige psychiatrische aandoeningen, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking na een aantal maanden uit een PPC komen, moeten zij met behulp van de juiste zorg in de reguliere detentie of in de ggz weer terug in de maatschappij terechtkomen zonder weer in het oude patroon terug te vallen.

Het is volgens Groeneveld en Barth belangrijk dat de diagnoses bij deze groep gedetineerden helder zijn voordat zij in de maatschappij terugkeren. Zo wordt een verstandelijke beperking bij een gedetineerde vaak niet opgemerkt. Daarom zou de gehandicaptenzorg meer betrokken moet worden bij de forensische zorg.

Een dergelijke zorgvraag is volgens Barth ook aanwezig nog voordat er een delict wordt gepleegd. "We moeten proberen te voorkomen dat mensen door de mazen van het net glippen en uiteindelijk een delict plegen. Dat begint bij de jeugdzorg." Volgens Barth is het daarom belangrijk dat de politiek de voorgestelde veranderingen in de jeugdzorg alsnog kritisch bekijkt en deze heroverweegt.

© Nationale Zorggids / Martijn Keitz