Vorige week werd bekend dat staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) de tijdelijke regeling doorbreking geheimhoudingsplicht Jeugdwet in wil voeren. De regeling, die vooruit loopt op een wijziging in de Jeugdwet, stelt dat jeugdzorgprofessionals een beperkt aantal gegevens aan gemeenten moeten verstrekken. Zonder deze regeling dreigt een situatie te ontstaan waarin de jeugdhulp niet meer gecontroleerd, gedeclareerd of betaald kan worden. Het CBP zet het licht voor de tijdelijke regeling op groen, maar wel onder voorwaarden. 

 

De eerste voorwaarde is dat de wet zo snel mogelijk aangepast wordt. Er moet een specifieke verplichting voor de doorbreking van de geheimhoudingsplicht voor bekostiging van jeugdhulp in de Veegwet opgenomen worden. De hoeveelheid gegevens die aan de gemeente verstrekt moeten worden, dienen tot een minimum beperkt te worden. Voor een jeugd-ggz behandeling dient de optie gegeven te worden voor een 'opt-out'. Dit houdt in dat de diagnosegegevens niet op de factuur mogen worden gemeld. Het CBP stelt daarnaast dat uitgangspunt van de tijdelijke regeling moet zijn om geen materiële controle toe te staan voordat de Veegwet in werking is getreden. Materiële controle betekent dat de gemeente medische gegevens mag verwerken om de rechtmatigheid van de declaratie te controleren. Als laatste stelt het college daarnaast dat de inhoud van de regeling moet worden afgestemd met vertegenwoordigers van jeugdhulpverleners en gemeenten. De partijen moeten gezamenlijk instemmen met de in de tijdelijke regeling opgenomen minimaal benodigde gegevens.