Thuiszorgorganisatie Solace verwijt het de Twentse gemeenten dat ze door bezuinigingen op de huishoudelijke hulp failliet zijn gegaan. De gemeente Losser noemt dat het ondernemersrisico. De dertien Twentse gemeenten hanteren het principe ‘leefbaar huis’ en verbinden daar geen uren aan. Aan die aanbesteding deed Solace mee en wist dus waaraan het begon, stelt een woordvoerder van de gemeente Losser. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het aantal uren hulp per cliënt in Losser gedaald. Losser werkt vanuit de basisvoorziening die bestaat uit twee uur eenvoudige schoonmaakhulp. De gemeente erkent dan ook dat bedrijven hierdoor minder omzet hebben. Maar Solace had vaste en relatief dure contracten met medewerkers, inclusief een aantal vaste uren werk per maand. En daar lag het probleem, vindt de gemeente.
Zo’n 250 inwoners van Losser kregen huishoudelijke hulp van Solace. De komende twee weken wordt hun woning in ieder geval nog schoongemaakt. Daarna hebben zij een keuze uit de bestaande aanbieders. Hierbij kijkt het niet naar de instandhouding van de cliënt-medewerkerrelatie. De cliënt mag zelf een nieuwe aanbieder kiezen, het is niet aan de gemeente of een medewerker dan kan of wil werken.
De dertien Twentse gemeenten bekijken momenteel of hun huidige beleid op het gebied van huishoudelijke hulp aangepast moet worden. Dit naar aanleiding van het oordeel van de Centrale Raad van Beroep dat gemeenten slechts onder voorwaarden op resultaat mogen afrekenen. Bovendien mag een cliënt niet zelf zorg regelen met een aanbieder.
Door: Redactie Nationale Zorggids
