Op 23 september bepaalde de rechtbank Midden-Nederland dat een zelfstandig onderneemster die in 2005 een baby kreeg alsnog gecompenseerd moet worden voor uitkering die ze indertijd niet kreeg omdat ze tijdelijk niet kon werken. De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) gaat naar aanleiding van deze uitspraak onderzoeken of verloskundigen met een eigen praktijk of waarnemers die tussen 2004 en 2008 zwanger waren, ook alsnog recht hebben op een zwangerschapsuitkering. Dat meldt de KNOV.
De rechtbank in Rotterdam en de rechtbank in Amsterdam deden onlangs ook een uitspraak over het recht op een zwangerschapsuitkering voor zelfstandige ondernemers. Beide rechtbanken wezen het recht op de uitkering af. Naar verwachting zullen partijen in de twee zaken in hoger beroep gaan. De KNOV adviseert verloskundigen, na navraag bij de VvAA, de uitspraken in het hoger beroep af te wachten. Als de bestuursrechter hierover ook afwijzend oordeelt, kunnen de zelfstandige verloskundigen hoogstwaarschijnlijk compensatie meer verwachten voor een zwangerschapsuitkering.
Verloskundigen die een rechtsbijstandverzekering hebben bij de VvAA kunnen hun zaak alvast aanmelden via rechtsbijstand@vvaa.nl. Praktijkhouders en waarnemers die elders verzekerd zijn kunnen contact opnemen met hun verzekeraar.
FNV Zelfstandigen voert voor verschillende zzp’s processen voor het verhalen van de zwangerschapsuitkering. Volgens Josien van Breda, directeur van de vakbond voor zelfstandigen, is het aantal vrouwen dat tussen 2004 en 2008 een bevallingsuitkering misliep groot.
Door: Redactie Nationale Zorggids
