Normal_kind_knuffel_slapen

De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzochten het handelen van organisaties en professionals die betrokken waren bij de hulpverlening aan twee gezinnen in de regio Zuid-Holland Zuid. De inspecties zijn van oordeel dat in beide gevallen sprake is van onvoldoende afstemming tussen de betrokken hulpverleners en dat deze onvoldoende aandacht hebben gehad voor de veiligheid van de kinderen in de gezinnen. Dit meldt Inspectie Jeugdzorg.

In beide gezinnen is in oktober 2015 onverwacht een kind overleden. Over beide gezinnen zijn meerdere meldingen gedaan bij Veilig Thuis, dat daarop hulpverlening van het Algemeen Maatschappelijk Werk inzette. Daarnaast verleenden de Jeugdgezondheidszorg, de Geestelijke Gezondheidszorg en de huisartsenpost zorg aan de kinderen en/of aan (één van) de ouders. Het onderzoek van de inspecties richtte zich op de kwaliteit van de hulpverlening vanaf 2014 tot aan het overlijden van de beide kinderen.

De inspecties zijn van oordeel dat bij de hulpverlening aan de beide gezinnen er tussen de hulpverleners onvoldoende duidelijkheid bestond over wie zicht hield op de veiligheid van de kinderen. Veilig Thuis had hierover onvoldoende concrete afspraken gemaakt. Verder hebben de professionals die hulp boden aan de ouders onvoldoende ingeschat wat de problemen van de ouders betekenden voor de veiligheid van de kinderen.

De inspecties verwachten van de betrokken instellingen dat zij binnen drie maanden een verbeterplan opstellen en dit ter goedkeuring voorleggen aan de inspecties. Inmiddels hebben de instellingen laten weten dat ze de afgelopen periode reeds verbeteringen binnen hun organisaties hebben doorgevoerd, die gericht zijn op de door de inspecties geconstateerde tekortkomingen. Tevens zijn instellingen met elkaar in overleg om de onderlinge samenwerking, verantwoordelijkheidsverdeling en gegevensuitwisseling te verbeteren. De inspecties zullen de verbeteringen volgen via het reguliere toezicht.

Door: Redactie Nationale Zorggids