Een arts die een stervende vrouw onvoldoende palliatieve ondersteuning gaf, is berispt door het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Het was de taak van de arts om ervoor te zorgen dat de vrouw een waardig einde van haar leven kon krijgen. Iets waar de arts volgens het Tuchtcollege niets aan heeft gedaan. De medicatie die zij kreeg was niet geschikt en hij leefde zich onvoldoende in in haar situatie. Dat meldt Skipr.
Zo had de arts de vrouw, die uitgezaaide darmkanker had en thuis verbleef, morfine moeten aanbieden. In plaats daarvan gaf hij haar andere medicijnen die niet hetzelfde effect hadden. Op een gegeven moment stopte hij zijn huisbezoeken aan de vrouw, waardoor zij alleen nog zorg kreeg van de wijkverpleegkundige.
Het Tuchtcollege is van mening dat de man op twee fronten de fout inging: de medicatie die hij gaf deugde niet en zijn houding ook niet. “Palliatieve zorg omvat, naast medische zorg, tevens psychisch-emotionele zorg, sociale zorg en zinsgevingszorg”, aldus het tuchtcollege.
Door: Redactie Nationale Zorggids
