Normal_copyright_stockfreeimages_dokter_huisarts

Nederlandse gemeenten en medische professionals laten het te vaak afweten bij de aanpak van mensenhandel. Dat zegt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. De rapporteur ziet kansen in het betrekken van de medische beroepsgroep bij de aanpak van mensenhandel; uit haar onderzoek blijkt dat 50 procent van de medische professionals in contact komt met slachtoffers van mensenhandel, maar dat artsen nog nauwelijks getraind worden om met deze situaties om te gaan. Dat meldt Nationaal Rapporteur. 

Bij medische professionals schort het nog aan kennis over mensenhandel, terwijl zij volgens de rapporteur in een vroeg stadium het verschil kunnen maken. In het onderzoek geeft 50 procent van de artsen aan ooit een slachtoffer van mensenhandel op het spreekuur te hebben gehad, maar nog te vaak wordt hieraan geen gevolg gegeven. De Nationaal Rapporteur vindt het belangrijk dat artsen worden getraind in het herkennen van mensenhandel. De meeste artsen hebben hier ook behoefte aan.

Om artsen een duidelijke richtlijn te geven voor hoe te handelen bij mensenhandelsituaties, pleit de rapporteur ervoor mensenhandel op te nemen in de meldcode ‘Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’.

In 35 procent van de gemeenten heeft men geen idee of mensenhandel voorkomt. Hoe kleiner de gemeente, hoe vaker het aan zicht ontbreekt. Dit vindt de Nationaal Rapporteur zorgwekkend, omdat mensenhandel niet alleen in grote steden, maar ook in kleinere gemeenten voorkomt. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de zorg en opvang van slachtoffers. Bovendien kunnen zij slachtoffers van mensenhandel signaleren en met gemeentelijke bevoegdheden daders aanpakken. Toch geeft ruim 95 procent van de gemeenten aan geen specifiek beleid over mensenhandel te hebben. 

Door: Redactie Nationale Zorggids