Normal_afbeelding1

‘In april zou ik als reumatoloog starten bij Reumazorg Zuid West Nederland, maar toen kwam de coronatijd. Ik dacht: ik moet iets doen, ik moet helpen; bijna als in oorlogstijd: ik moet ten strijde! Ik belde mijn aanstaande werkgever: vinden jullie het goed als ik wat later begin? Ze waren alleen maar enthousiast. Via een vriendin kwam ik bij Bernhoven terecht, op de IC.

In het begin vond ik dat heel eng, de laatste keer dat ik daar stond was tijdens mijn stage, vijftien jaar geleden. Daar stond ik dan in mijn ruimtepak! Maar meteen kwam er ook een oerkracht in me boven: ik ga doen wat ik kan. Meehelpen met patiënten, administratief werk doen, patiënten naar de ambulance brengen, ik ga gewoon aan de slag. Het was al snel vertrouwd.

Die vertrouwdheid vond ik ook terug in de begeleiding. Ik vond het heel knap hoe de intensivisten daar tijd voor maakten terwijl ze het zo druk hadden. ’s Avonds kwamen er vaak specialisten kijken om steun te geven aan wie er dan stond. Dat vond ik fijn want het werk was heel, ik noem het maar ontheemdend. Want normaalgesproken is het mooiste van mijn vak de communicatie: je geeft uitleg, stelt gerust, beantwoordt vragen, en nu, op de IC, liep ik daar in mijn pak, tussen patiënten die vaak op hun buik lagen. Zonder hun familie, terwijl zij vaak degenen zijn die jou helpen om een beeld van de patiënt te krijgen. Het was echt surrealistisch. Toch heeft het mij wel iets gebracht. De wetenschap dat ik het nog kon, het nog in me had. Maar ook de ervaring van dat teamgevoel. Ik heb daar later veel over nagedacht. Ik geloof erin dat alles energie is. En dat teamgevoel, dat is net zo goed een soort oerkracht. Ik denk er vol goede herinneringen aan terug.’

 

Cathelijne Appels, reumatoloog en invalkracht in coronatijd