
Om tuchtrecht te voorkomen verwijzen artsen vaker door
Uit onderzoek van Medisch Contact blijkt dat zo’n 50 procent van de artsen uit angst voor tuchtrecht meer onderzoek doet dan noodzakelijk is en vaker doorverwijst. Hoewel er niet meer klachten binnenkomen bij het tuchtcollege voor de gezondheidszorg, is er veel twijfel en onrust onder artsen. Dit meldt NOS.
Een negatieve ervaring van een patiënt kan alle andere positieve ervaringen tenietdoen, zien artsen. Daardoor ervaren zij onrust en geven ze patiënten vaker hun zin door extra bloedonderzoek of extra scans toe te zeggen. Deelnemende artsen aan het onderzoek voelen zich een schietschijf of aangeschoten wild. De patiënt mag zijn boosheid uiten, maar artsen kunnen zich niet verweren. “De arts moet vooral zijn ‘fout’ toegeven”, zegt een arts.
Niet anders kunnen handelen
Zo ondervond ook Groningse psychiater Arjon Glazenborg. Hij liet schreef een dwangopname voor een patiënt voor omdat hij een potentieel gevaar voor zichzelf en anderen was. Maar daar was de patiënt het niet mee eens. En dat is ook niet gek, maar dat betekent niet dat Glazenborg aan zijn eigen handelen begon te twijfelen. Hij zegt ook niet anders te hebben kunnen doen. Als hij andere keuzes had gemaakt, waren de gevolgen mogelijk groter en ernstiger geweest.
Klachten tegen artsen in de meeste gevallen ongegrond
De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam is geschrokken van de angst die artsen ervaren voor het tuchtrecht, maar stelt ook dat het merendeel van de artsen die voor het tuchtcollege komt te staan, gelijk krijgt. De rechters zijn er ook niet om een zware maatregel op te leggen aan die ene slecht presterende chirurg, maar om de kwaliteit van de beroepsgroep te verbeteren. Tegelijkertijd ligt het tuchtrecht vooral op leren en ontbreekt een leeraspect. “Als je wilt dat je leert van je fouten en dat je ook van elkaar kunt leren, dan is het beter om met elkaar in gesprek te gaan”, zegt voorzitter Geert Lycklama à Nijeholt.