Ruim 30 procent van de geneeskundestudenten is tegen verplicht practicum
Universiteiten vinden lichamelijk onderzoek een belangrijk onderdeel van de studie geneeskunde, maar ruim 30 procent van de studenten heeft bezwaar tegen de verplichting om hierbij de kleren uit te moeten trekken. Dit blijkt uit (niet representatief) onderzoek van belangenvereniging De Geneeskundestudent. Van de 15.000 bevraagde studenten, stuurden slechts 1.800 een reactie. Dit meldt Nieuwsuur.
Vanaf jaar 1 van de opleiding geneeskunde oefenen studenten op poppen en met acteurs, maar ook op elkaar. En dat is verplicht, tenzij het om borstonderzoek of inwendig onderzoek gaat. Wel moeten ze deelnemen aan onderzoeken naar de longen en het hart, en daarvoor is het vaak nodig om de kleren uit te doen. Onderbroeken blijven altijd aan, maar op sommige universiteiten gaat de beha wel uit. Alleen de Rijksuniversiteit Groningen stelt deelname aan lichamelijk onderzoek niet verplicht.
Rekening houden met elke student
Veel studenten hebben bezwaren tegen de verplichting om je deels te ontkleden. De Geneeskundestudent en Artsenfederatie KNMG vallen de studenten bij. Lichamelijk onderzoek is een essentieel onderdeel van de studie, maar artsen in opleiding zouden niet verplicht moeten worden om hun kleren uit te doen. Ruim 30 procent van de studenten wil dit niet, wat tegelijkertijd ook betekent dat het merendeel hier geen problemen mee heeft. “Maar we moeten rekening proberen te houden met elke student en ieders grenzen proberen te respecteren.”
Bang voor de gevolgen
Studenten durven hun angsten of onzekerheden vaak niet uit te spreken omdat ze bang zijn voor negatieve gevolgen vanuit de opleiding. Volgens een van de reagerende studenten is het vooral lastig voor jonge meiden om grenzen aan te geven: “Want zij denken: de docent moet mij nog een cijfer geven. Er is een machtsverhouding.”
Dit najaar komt er een leidraad met aandacht voor gevoeligheden rondom het lichamelijk onderzoek. Op basis daarvan kunnen faculteiten hun protocollen eventueel aanpassen.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky