Zorg blijft sterk afhankelijk van interim-managers
De vraag naar interim-managers neemt in veel sectoren af, maar in de zorg blijft de inzet groot. Uit een jaarlijks trendonderzoek blijkt dat ruim 90 procent van de interim-professionals in de zorg actief is. Daarmee is de sector een van de belangrijkste afnemers van tijdelijke krachten, ondanks de discussie over schijnzelfstandigheid en de wens van de overheid om externe inhuur terug te dringen. Dit meldt het Financieel Dagblad.
Zorg als ‘place to be’
Onderzoekers constateren dat de zorg voor interim-managers aantrekkelijk blijft. Opdrachten volgen elkaar snel op: de helft van de zelfstandigen vindt binnen vier weken een nieuwe klus, aanzienlijk sneller dan het gemiddelde van ruim zeven weken in andere sectoren. De leeglooptijd is dus kort, wat de zorg tot een stabiele markt maakt voor interimmers.
Tarieven en tevredenheid
Hoewel de tarieven in de zorg iets lager liggen dan gemiddeld (€129 per uur tegenover €140), geven zelfstandigen in deze sector hun ondernemersbestaan een hoog rapportcijfer. Ruim 70 procent wil zelfstandig blijven werken. Het werk wordt gewaardeerd met een 8,5, hoger dan het algemene gemiddelde van 8,3.
Druk door schijnzelfstandigheid
De hervatte handhaving op schijnzelfstandigheid zorgt wel voor onzekerheid. De Belastingdienst legt naheffingen op wanneer blijkt dat zelfstandigen feitelijk als werknemers functioneren. Dat maakt opdrachtgevers terughoudender, maar de zorg blijft desondanks een van de sectoren waar de vraag groot is.
Lange opdrachten in de zorg
Opvallend is dat opdrachten in de zorg steeds langer duren: gemiddeld vijftien maanden, soms zelfs twee jaar. Volgens onderzoekers neemt de effectiviteit af wanneer een opdracht langer dan veertien maanden duurt, omdat de interim-manager dan te veel onderdeel van de organisatie wordt. Toch blijft de zorgsector interimmers intensief inzetten om gaten in personeelsbezetting en management op te vullen.