Het indicatieorgaan CIZ voert bij zo'n 200 zorgaanbieders extra controles uit om upcoding op te sporen. Daarnaast wordt bij twintig zorgaanbieders de volledige indicatiestelling doorgelicht. Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris Van Rijn van VWS aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond het onderzoek naar upcoding en fraude bij de indicatiestelling door zorgaanbieders. Dit meldt Skipr.
Upcoding is het te zwaar inschatten van de zorgvraag door zorginstellingen, die hierdoor meer geld krijgen voor de geleverde zorg. Ruim 360 van de in totaal 800 zorgaanbieders hebben inmiddels kunnen aantonen dat de indicatiestelling (het vaststellen van de zorgzwaarte voor cliënten) in hun organisatie voldoende zorgvuldig gebeurt. Bij deze aanbieders zal het CIZ minder streng controleren.
Iets minder dan 200 zorgaanbieders blijken echter zo vaak fouten te maken bij de indicatiestelling dat het CIZ het toetsingspercentage in deze organisaties heeft opgeschroefd naar 50 procent. De extra controle is bedoeld om aanbieders de gelegenheid te geven om hun indicaties te verbeteren. Zorgaanbieders die na drie maanden geen verbetering laten zien verliezen het mandaat om zelfstandig te mogen indiceren.
Dit mandaat werd enkele jaren ingesteld om de bureaucratie in de zorg terug te dringen. Dit leidde echter tot signalen dat aanbieders de zorgvraag geregeld zwaarder voorstelden dan in werkelijkheid het geval is. Uit een steekproef van het CIZ bleek dat bij ongeveer een kwart van de indicaties sprake was van upcoding.
Overigens zal de mogelijkheid voor upcoding na invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) verdwijnen, volgens Van Rijn. In principe is er dan namelijk geen gemandateerde indicatiestelling meer.
© Nationale Zorggids
