Normal_martin_van_rijn_staatssecretaris_vws_pvda

Volgens staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid mogen alle hbo-wijkverpleegkundigen het pgb indiceren, ook bij CZ. Dat schrijft de bewindsman in antwoord op Kamervragen van GroenLinks, CDA, D66, SGP en CU. De Kamervragen werden gesteld naar aanleiding van een artikel van Zorgvisie, waarin werd gesteld dat CZ wijkverpleegkundigen passeert met een nieuw pgb-beleid. 

In het artikel werd beweerd dat de verzekeraar twee voorkeurzorginstellingen aanwijst die per regio pgb's mogen indiceren. Wijkverpleegkundigen die niet bij deze voorkeursorganisaties werken, raken daardoor de regie over hun pgb-klanten kwijt. Volgens Van Rijn is de berichtgeving niet helemaal juist. Hij denkt juist dat CZ zorgt voor een duidelijk aanspreekpunt voor pgb-aanvrager. "De betreffende organisaties kunnen er ook mensen voor vrij maken. Verzekerden kunnen daarnaast ook bij andere aanbieders terecht. Afhankelijk van de polis van verzekerde wordt in dat geval 65 tot 100 procent van de declaratie voor de indicatiestelling vergoed”, schrijft hij. Van Rijn beweert verder dat CZ aangeeft dat deze maatregel eraan bijdraagt dat er veel minder klachten binnenkomen van pgb-houders over de beschikbaarheid en de deskundigheid van indicerende wijkverpleegkundigen.

De oppositie vroeg zich verder af of het klopt door dit beleid de wijkverpleegkundigen de regie over de zorg aan hun pgb-cliënten kwijt raken aan de zorgverzekeraar. Van Rijn: “De regie ligt in alle gevallen bij de pgb-houder. Niet bij de verzekeraar, en ook niet bij de wijkverpleegkundige. De pgb-houder kan zelf besluiten bij welke organisatie hij een indicatie laat stellen, zolang de indicatiesteller voldoet aan de voorwaarde dat hij/zij HBO-niveau 5 heeft.”

© Nationale Zorggids