Patiënten met etalagebenen kunnen vanaf 2017 aanspraak maken op 37 behandelingen bij de fysiotherapeut, verspreid over het jaar. Volgens het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) is dat onvoldoende. Ondanks het advies van het Zorginsituut Nederland (ZiN) en de door KNGF-opgestelde richtlijnen houdt minister Schippers vast aan de 37 behandelingen per jaar. Dat melden KNGF en Skipr.
Schippers wil de range niet verbreden omdat het volgens haar niet wetenschappelijk is bewezen dat de effectiviteit van fysiotherapie het grootst is bij 29 tot 46 behandelingen per jaar. Daarom heeft zij gekozen voor een gemiddeld aantal behandelingen. De minister blijft het effect van het gekozen aantal behandelingen voor etalagebenen in de gaten houden. Indien nodig wordt het aangepast bij besprekingen over het pakket in 2018. Om het advies van het ZiN er toch door te krijgen gaat de KNGF een poging wagen de Tweede Kamer hierover te laten stemmen via een motie van één van de partijen.
“Mensen die last van etalagebenen hebben, moet je naar de fysiotherapeut sturen. Dat is beter voor de patiënt en voor iedereen goedkoper. Pas als dat niet effectief is, dan stuur je ze naar het ziekenhuis”, zegt Guusje ter Horst, voorzitter van het KNGF tegen Skipr. Zij ziet graag dat de basisverzekering 29 tot 46 behandelingen vergoedt.
Bij etalagebenen, ook claudicatio intermittens genoemd, zijn de slagaders van het been door aderverkalking vernauwd. Hier kunnen deze minder bloed aanvoeren en gaat er minder zuurstof naar de benen. Etalagebenen gaat vaak gepaard met pijnklachten. Uit recent onderzoek van het Catharina Ziekenhuis blijkt dat dotterbehandelingen vaak minder effectief zijn dan looptherapie bij de fysiotherapeut.
© Nationale Zorggids
