Normal_normal_rechtszaak_hamer_rechtbank2

Een zorgondernemer die ervan wordt verdacht ruim één miljoen euro aan zorggelden te hebben gefraudeerd, is hiervan vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie eiste een celstraf van 15 maanden tegen de zorgondernemer van Medisch Centrum Rhijnauwen in Bunnik, maar volgens de rechter is er onvoldoende bewijs voor het moedwillig indienen van foutieve declaraties. Dat meldt RTL Nieuws. 

Achmea stapte in 2010 naar de rechter toen het ontdekte dat Medisch Centrum Rhijnauwen (MCR) laboratoriumonderzoeken foutief declareerde. Voor deze onderzoeken was geen opdracht gegeven door huisartsen, maar grotendeels door natuurartsen en orthomoleculaire artsen. Zij komen niet voor een vergoeding in aanmerking. Desondanks stond een verwijzing van een huisarts op de declaraties. Vier jaar later stelde de rechter de bestuurders van het MCR aansprakelijk voor de schade, zij moesten 1,3 miljoen euro terugbetalen.   

Vorig jaar oktober verloor zorgverzekeraar Achmea in hoger beroep een belangrijk deel van de zaak. Achmea kon destijds niet aantonen dat de bestuurders fraude pleegden. De volledige schade van 1,3 miljoen euro hoefde het medisch centrum niet terug te betalen. Het verschuldigde bedrag kwam op zo’n 900.000 euro.

Het OM besloot na dit hoger beroep over te gaan op vervolging van het medisch centrum en de bestuurder. “Het ten onrechte kosten declareren waarvan is afgesproken dat deze niet door het zorgverzekeringsstelsel worden gedragen is ernstig. Misbruik van zorggelden kan het stelsel ondermijnen”, aldus het OM destijds. Nu zijn de bestuurder én het centrum vrijgesproken. Van beide partijen is onvoldoende aangetoond dat zij op de hoogte waren van de foutieve artsencodes.

Het OM gaat niet in hoger beroep. Achmea vindt dat de uitspaken van beide zaken laten zien hoe lastig het is om zorgfraude te bewijzen en bovendien de betrokkenheid van een zorgbestuurder aan te tonen en deze aansprakelijk te stellen.

Door: Redactie Nationale Zorggids