Logo_logo_logo_nederlandse_zorgautoriteit_nza

Ggz-aanbieders moeten aan burgers en zorgverzekeraars laten weten wat de actuele stand van zaken is omtrent hun wachttijden. Burgers hebben belang bij dit inzicht zodat zij weten wanneer zij aan de beurt zijn voor een behandeling en zorgverzekeraars kunnen met deze actuele informatie beter bemiddelen. Dat meldt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). 

Inzicht in wachttijden vergroot de kans op een goede aanpak ervan. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben hierover al diverse afspraken gemaakt die door de NZa worden gecontroleerd. Bovendien heeft de Zorgautoriteit zelf ook een actieplan op stapel liggen.

Zo moeten ggz-instellingen vanaf 1 januari 2018 maandelijks hun wachttijden opsturen naar Vektis. Op de website van Vektis kunnen patiënten namelijk vanaf volgend jaar terecht voor informatie over ggz-aanbieders en wachttijden. Vektis stuurt de gegevens op zijn beurt door naar de NZa. De informatie die op deze manier beschikbaar komt, noemt de NZa uniform en actueel. Alle informatie staat vanaf volgend jaar op één website, in plaats van verspreid over de websites van alle ggz-instellingen.

Niet alleen ggz-aanbieders moeten werk maken van hun wachttijden, ook de ziekenhuizen hebben de verantwoordelijkheid van het bijhouden en controleren van hun wachttijdgegevens. Zorgaanbieders van medisch specialistische zorg moeten patiënten zelfs actief, en eventueel mondeling, informeren als een polikliniek, diagnostiek of een behandeling de Treeknorm voor wachttijden overschrijdt. Het is de taak van alle zorgaanbieders om patiënten te wijzen op de mogelijkheden van bemiddeling door de zorgverzekeraar. Zorgaanbieders zijn verplicht om deze informatie samen met de wachttijden te publiceren.

Door: Redactie Nationale Zorggids