Steeds minder ggz-instellingen en wijkverpleegkundige organisaties hebben een contract met zorgverzekeraars. Dit baart de verzekeraars zorgen, want de kwaliteit van zorg kan zo in geding komen en de zorgkosten lopen erdoor op. Emeritus hoogleraar Wynand van de Ven vreest voor de toekomst van het Nederlands zorgstelsel. Dat meldt BNR.
Organisaties in de wijkverpleging en ggz-instellingen zonder contract, krijgen alsnog geld van zorgverzekeraars. Verzekeraars moeten ook hen 75 procent van de gemaakte kosten betalen, terwijl zij niet kunnen oordelen over de kwaliteit van zorg. Het is zorgverzekeraars toegestaan om lagere percentages te hanteren, maar daarmee lopen ze het risico dat verzekerden zorg van niet-gecontracteerde aanbieders weigeren. Bovendien is er een speciale clausule in het leven geroepen die verzekerden alsnog het recht kan geven op een maximale vergoeding van 75 procent.
Hoogleraar Van de Ven denkt vreest dat verzekerden op een gegeven gaan protesteren tegen de hoge kosten van niet-gecontracteerde zorg en dat zij rechtszaken zullen aanspannen. “Dan hebben we de poppen aan het dansen. Dan vraag je je af: waarom zullen zorgaanbieders dan nog een contract willen hebben met verzekeraars, en die lastige discussies hebben over kwaliteit, prijsplafond, omzetplafond en noem maar op.”
Zilveren Kruis heeft bijvoorbeeld een budget voor geestelijke gezondheidszorg (ggz), waarvan 5 procent ging naar zorgaanbieders zonder contract. Vorig jaar ging zelfs 17 procent van het budget voor de wijkverpleging naar niet-gecontracteerde organisaties. CZ maakt ongeveer dezelfde zorgkosten, maar ziet vooral dat het meer betaalt aan verslavingszorginstellingen waar het geen contract mee heeft. Bestuursvoorzitter Wim van der Meeren is het met Van de Ven eens en ziet ook de zorgkosten oplopen. Maar denkt vooral dat patiënten die voor niet-gecontracteerde zorg kiezen, het risico lopen op onjuiste en onbetaalbare behandelingen.
Door: Redactie Nationale Zorggids
