Leveringsproblemen in de zorg kunnen voorkomen worden

De beschikbaarheid en levering van persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens de coronacrisis kon veel beter. Voor een volgende crisissituatie moet een aantal problemen worden opgelost om herhaling van leveringsproblemen en gebrekkige coördinatie en regie te voorkomen. Nevi, kenniscentrum op het gebied van inkoop, contract- en supply management geeft minister Hugo de Jonge graag advies naar aanleiding van zijn pleidooi om na corona de zorg op de schop te nemen. Terugkijkend op de afgelopen hectische coronatijden, is een aantal pijnpunten aan het licht gekomen. Vooral de levering van persoonlijke beschermingsmiddelen en samenwerking tussen partijen om dit in goede banen te leiden, moet beter. Nevi deed onderzoek onder zestig partijen in de zorg naar de knelpunten die de zorg is tegengekomen. Dit meldt Nevi.

“Deze crisis is één groot pleidooi voor minder markt, meer samenwerking en meer centrale regie”, zei minister De Jonge afgelopen weekend in het Algemeen Dagblad. Ook Nevi pleit daarvoor, maar geeft ook aan hoe. De vereniging voor inkoopmanagement onderzocht in april en mei van dit jaar hoe onder meer zorginstellingen, verzekeraars, zorgleveranciers en koepels om zijn gegaan met acute problemen veroorzaakt door de coronacrisis. Nu de piek van het virus voorbij is, kijkt Nevi aan de hand van de bevindingen van de ruim zestig respondenten, hoe de zorgsector zich kan voorbereiden op de toekomst. 
 

Inkoopproblemen tijdens coronacrisis

 
De lijst met problemen waar inkoopprofessionals in de zorg tegenaan liepen is lang. De belangrijkste:
 
  • De leveringsproblemen van medicijnen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Toen de import vanuit China stil kwam te liggen, werd duidelijk dat zorginstellingen te afhankelijk zijn van een beperkt aantal leveranciers. Oók in hun noodplannen. Nieuwe leveranciers vinden in een markt die overspoeld is door niet altijd even betrouwbare, aanbieders bleek lastig en leidde tot overhaaste beslissingen.
  • De enorme stijging in het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze middelen werden in korte tijd belangrijker dan ooit. Ook in de zorg leidde dat tot hamstergedrag, waardoor sommige instellingen misgrepen. Hergebruik was niet altijd een optie door intern beleid of wet- en regelgeving. 
  • Medicijnen en beschermingsmiddelen werden ongelijk verdeeld tussen verschillende sectoren. Doordat ziekenhuizen voorrang kregen op de middelen, kwamen andere zorginstellingen in de problemen. Zorginstellingen met veel kleine locaties begonnen zelf middelen in te slaan bij supermarkten en apotheken. Daarnaast duurde het lang voordat zorginstellingen als de ggz en gehandicaptenzorg, zogeheten care instellingen, wisten wie te beschermen en hoe te beschermen. 
  • Overheidsorganisaties zoals Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) en Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) waren onvoldoende bereikbaar. Goede coördinatie en communicatie ontbrak, met name in de beginfase. Zorginstellingen hadden moeite om in contact te komen en gingen dus maar zelf op zoek naar persoonlijke beschermingsmiddelen. Het ROAZ wees slechts een beperkt aantal laboratoria aan om coronatests uit te voeren. Kortom: de instanties liepen achter de feiten aan.

Voorkomen van nieuwe leveringsproblemen in de zorg

 
Nevi signaleert dat deze en andere uit het onderzoek gebleken problemen op te lossen zijn door:
  1. inzicht in leveranciersketens;
  2. voorkomen van verspilling van persoonlijke beschermingsmiddelen in zorginstellingen én;
  3. samenwerking van inkopers op verschillende gebieden op landelijk, regionaal en lokaal niveau. 
Jeroen Harink, directeur Nevi: “Minister de Jonge heeft gelijk. Dit is hét moment om problemen aan te pakken en dingen te veranderen in de inkoop door de  zorg. De crisis heeft pijnlijk duidelijk gemaakt waar het misging en waar ruimte zit voor verbetering. Mocht er een tweede golf of nieuwe pandemie komen, dan is het belangrijk dat de keten van leveranciers goed in kaart is gebracht, beter gespreid wordt en ook van dichterbij huis komt. Leveringsproblemen zijn te voorkomen. Hoe precies, daar gaan we graag over in gesprek met de minister.”
 
Door: Nationale Zorggids