‘Slaappositietrainer’ met terugwerkende kracht in basispakket
De Sleep Position Trainer (slaappositietrainer) is verzekerde zorg voor patiënten met lichte tot matige positieafhankelijke slaapapneu (pOSAS). Dit staat in het standpunt ‘Slaappositietrainer (SPT) bij positieafhankelijke slaapapneu syndroom’. Het standpunt gaat met terugwerkende kracht in vanaf 15 september 2017. Het Zorginstituut heeft eerder twee keer negatief geoordeeld over de slaappositie trainer. Op grond van nieuw wetenschappelijk onderzoek zijn deze eerdere standpunten herzien. Dat meldt het Zorginstituut.
Slaapapneu is een aandoening die veel voorkomt. In Nederland lopen de schattingen uiteen van 315.000 tot 500.000 personen die tijdens hun slaap last hebben van stokkende of verminderde ademhaling. Het aantal mensen met positieafhankelijke slaapapneu wordt geschat op 30 tot 50 procent van de totale groep. Bij slaapapneu daalt het zuurstofgehalte in het bloed. Patiënten gaan overdag vaak gebukt onder klachten zoals concentratieverlies, slaperigheid en vermoeidheid.
De slaappositietrainer (SPT) biedt uitkomst voor patiënten met positieafhankelijke slaapapneu. Bij deze patiënten is het aantal ademstops per uur in rugligging twee keer zo hoog als in zijligging. De SPT bestaat uit een band met sensoren die boven de buik en onder de borst wordt bevestigd. De band geeft trilsignalen af wanneer iemand zich in zijn slaap op de rug draait. Het doel van de trainer is dat een patiënt een andere slaaphouding aanleert, zodat het aantal ademstops daalt en ervaren klachten verminderen.
Recent onderzoek draagt nieuw bewijs aan waardoor het Zorginstituut een nieuw standpunt uitbrengt. In een gerandomiseerd gecontroleerde studie (met een experiment- en een controlegroep) is de SPT vergeleken met een mandibulair-repositie apparaat (MRA). Dat is een soort gebitsbeugel die de onderkaak naar voren plaatst. Het onderzoek laat een voor de patiënt relevante verbetering zien van het aantal ademstops, het zuurstofgehalte in het bloed en de therapietrouw van patiënten. Uit dit onderzoek blijkt ook dat de SPT leidt tot minder slapen in rugligging en tot minder bijwerkingen in vergelijking met de MRA.
Het Zorginstituut wil dat de voorwaarden waaronder de SPT als verzekerde zorg mag worden voorgeschreven, in de multidisciplinaire richtlijn voor diagnostiek en behandeling van slaapapneu worden opgenomen. Deze wordt momenteel herzien onder leiding van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT).
Door: Redactie Nationale Zorggids