Normal_rouw

Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en het Fonds Slachtofferhulp blijkt dat nabestaanden van moordslachtoffers significant minder posttraumatische stress- en gecompliceerde rouwklachten hebben nadat zij een behandelcombinatie van EMDR en cognitieve gedragstherapie hebben ondergaan. Dit wordt donderdag bekendgemaakt op het minisymposium Rouw na Moord in Den Haag, zo meldt de RUG.

De behandelvormen EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) en CGT (cognitieve gedragstherapie) zijn al vaker toegepast bij mensen met andere psychische problemen, maar zijn nu voor het het eerst wetenschappelijk onderzocht als behandelmethode bij Rouw na Moord. In veel gevallen is rouw een natuurlijk proces waar niet per definitie psychologen of andere hulpverleners aan te pas komen. Volgens hoofdonderzoeker Jos de Keijser wordt het anders wanneer het gaat om moord of doodslag. 'Dan krijgt het brein meer te verwerken dan het aan kan. Er komen wraak- of schuldgevoelens bij kijken, er kunnen trauma’s ontstaan, en soms kan een nabestaande daardoor vastlopen in zijn eigen leven.'

Gemiddeld worden in Nederland elke week drie mensen vermoord. Promovendus Mariëtte van Denderen: 'Acht van de tien nabestaanden kampt hierna met gecompliceerde rouwklachten, en een derde heeft daarnaast last van posttraumatische stressklachten. De moord op hun dierbare was voor hen zo schokkend dat het ze niet lukt dit te verwerken. Wij hebben onderzocht hoe dit komt en hoe we dit effectief kunnen behandelen.' Uit het onderzoek blijkt dat de combinatie van EMDR en CGT zeer effectief is voor nabestaanden van moordslachtoffers.

Van Denderen: 'Bij vier van de tien nabestaanden namen de gecompliceerde klachten significant af binnen acht behandelingen, en bij bijna de helft van de nabestaanden de PTSS klachten. Dat betekent niet dat er helemaal geen klachten meer zijn, maar dat de ernst sterk is verminderd. Zij ervaren na de behandeling minder posttraumatische stress- en gecompliceerde rouwklachten dan diegenen die de behandeling nog niet hebben gehad. Een opvallend en hoopgevend resultaat.'

© Nationale Zorggids