Geboortezorg en gynaecologische zorg zijn in Nederland van een hoog niveau. Wel is er nog ruimte voor verdere verbetering van deze zorg, namelijk bij bekkenbodemklachten en afwijkingen van het baarmoederweefsel (cervixcytologie). Dit staat in het rapport ‘Systematische analyse Geboortezorg & Zorg bij gynaecologische aandoeningen’, dat Zorginstituut Nederland onlangs heeft uitgebracht, zo meldt het Zorginstituut.
Door zwangerschap, bevalling en/of ouder worden kan de bekkenbodem beschadigd raken, waardoor bekkenbodemklachten ontstaan. De klachten komen voor bij een grote groep vrouwen en kunnen flinke gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven.
In de eerste fase van de systematische analyse (screening) bleek dat vrouwen vaak niet weten welke (para)medische mogelijkheden voor klachtenverlichting er zijn. Verder is er sprake van een grote praktijkvariatie in de behandeling van prolaps (verzakking). Dit zijn redenen om het zorgtraject bekkenbodemklachten te kiezen voor onderzoek in de volgende fase van de systematische analyse (verdieping).
Ieder jaar worden veel vrouwen onderzocht in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Afwijkingen in het baarmoederweefsel (cervixcytologie) worden daardoor vaak geconstateerd. In de screeningsfase waren er signalen dat vrouwen met relatief lichte cytologische afwijkingen een behandeling krijgen terwijl dat mogelijk niet nodig is (overbehandeling). Zo’n behandeling kan negatieve gevolgen hebben voor toekomstige zwangerschappen. Bijna de helft van het aantal vrouwen dat door een gynaecoloog wordt gezien, onderzocht of behandeld, zit in de vruchtbare levensfase. Daarom is overbehandeling bij lichte cytologische afwijkingen gekozen voor onderzoek in de verdiepingsfase.
De bevalling is een belangrijk onderdeel van de geboortezorg waarmee jaarlijks veel vrouwen te maken krijgen en waarmee veel zorg en daardoor ook hoge zorgkosten zijn gemoeid. Twee onderwerpen hiervan zijn in de screeningsfase verkend: continue begeleiding en pijnbestrijding. Voor beide onderwerpen is de conclusie dat nader onderzoek in de verdiepingsfase nu niet nodig is, omdat er al verbeteringen zijn gepland, zoals continue begeleiding bij bevalling en pijnbestrijding bij de bevalling. Voor pijnbestrijding geldt daarnaast dat de multidisciplinaire richtlijn ‘Medicamenteuze pijnbehandeling tijdens de bevalling’ wordt geactualiseerd.
Door: Redactie Nationale Zorggids