In het onderwijs, openbaar vervoer, ziekenhuizen en overheidsgebouwen is het vanaf donderdag 1 augustus niet meer toegestaan om gezichtsbedekkende kleding te dragen. De 'Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’ heet in de volksmond het boerkaverbod, maar het gaat ook om nikabs, integraalhelmen en bivakmutsen.
Mensen moeten elkaar kunnen aankijken en herkennen, is het idee, zowel voor de communicatie als voor identificatie. En het verbod is 'gedeeltelijk', omdat het bijvoorbeeld niet geldt op straat.
Medewerkers van zorg- of onderwijsinstellingen en vervoerders mogen vanaf donderdag iemand vragen de gezichtsbedekking af te doen of de ruimte te verlaten. Gebeurt dat niet, dan kan de politie worden ingeschakeld. De boete bedraagt minimaal 150 euro.
De handhaving van het verbod was op voorhand al omstreden. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema liet weten niet te zullen handhaven omdat ze politiemensen liever inzet voor bijvoorbeeld de aanpak van georganiseerde misdaad. En ook Rotterdam en Utrecht lijken er geen halszaak van te gaan maken. Ook openbaarvervoerbedrijven lieten weten geen moslima's te zullen weigeren als die hun gezicht hebben bedekt. Ze hebben een vervoersplicht.
Het verbod geldt trouwens niet bij haltes, op perrons of in stationshallen van het openbaar vervoer, niet in taxi's en op veerboten. En ook niet op Bonaire, Sint-Eustatius, Saba, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. In enkele andere Europese landen is al een (gedeeltelijk) boerkaverbod van kracht.
Door: ANP