Elk jaar overlijden gemiddeld zeven mensen in gevangenschap aan een ongeneeslijke ziekte. Als uitplaatsing niet mogelijk is, brengen zij hun laatste levensfase door in een penitentiaire inrichting of in een forensisch psychiatrisch centrum. Daar krijgen zij zo goed mogelijk palliatieve zorg en stervensbegeleiding van zeer betrokken hulp- en zorgverleners en geestelijk verzorgers. Maar er zijn wel beperkingen, meldt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
De inspectie hield gesprekken met directies en zorgverleners in een reguliere penitentiaire instelling, een forensisch psychiatrisch centrum, het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (‘gevangenisziekenhuis’) in Scheveningen en met het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).
Strafonderbreking soms niet mogelijk
Soms is strafonderbreking in de laatste levensfase mogelijk als om medische redenen detentie niet meer verantwoord is. Maar dat is niet mogelijk als dat een ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde, of als het risico bestaat dat slachtoffers van een misdrijf geconfronteerd worden met de gedetineerde die voor dat misdrijf veroordeeld is. Ook voor levenslang gestraften is strafonderbreking niet mogelijk, terwijl het verlenen van gratie een tijdrovend proces is.
Als de palliatieve zorg niet meer mogelijk is in een reguliere penitentiaire inrichting of een regulier forensisch psychiatrisch centrum, kan een gedetineerde overgeplaatst worden naar een hospice of naar het justitieel centrum voor somatische zorg in Scheveningen. Maar het huidige gebouw daar is eigenlijk niet geschikt voor verblijf in de laatste levensfase. In de plannen voor de (tijdelijke) nieuwbouw van het justitieel centrum voor somatische zorg zijn betere omstandigheden voor het verlenen van palliatieve zorg al volop in beeld.
Aanbevelingen van de inspectie
De inspectie adviseert de Dienst Justitiële Inrichtingen een duidelijke richtlijn te maken over de mogelijkheden tot tijdige strafonderbreking en uitplaatsing. Instellingen zijn nu veel tijd kwijt aan ingewikkelde of onduidelijke/onbekende procedures. De mogelijkheden tot stervensbegeleiding in penitentiaire inrichtingen zijn minder dan buiten detentie. De inspectie vraagt de mogelijkheden te bekijken voor toegang voor naasten ’s avonds en ’s nachts in de stervensfase van de gedetineerde. In forensisch psychiatrische centra is dat wel mogelijk.
Ook vraagt de IGJ de Dienst Justitiële Inrichtingen een vertaalslag te maken van het reguliere kwaliteitskader palliatieve zorg naar de mogelijkheden in detentie. Met een expliciete beoordeling over wat passend en noodzakelijk is.
Door: Nationale Zorggids