Jongeren onder de 18 jaar met een psychische stoornis komen toch niet in aanmerking voor de Wet langdurige zorg (Wlz). De Tweede Kamer wilde dat graag maar het is niet haalbaar, concludeert demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid na onderzoek. Zo is niet duidelijk om hoeveel jeugdigen het kan gaan en levert zowel de uitvoering als de financiële gevolgen te veel onzekerheden op, schrijft hij in een brief.
Sinds begin dit jaar is de Wlz wel toegankelijk voor volwassenen met psychische problemen. Hierdoor kunnen zij zo nodig continue zorg of toezicht krijgen, in een instelling of vanuit huis. De Tweede Kamer wilde dat ook jeugdigen hiervan gebruik kunnen maken, omdat zij nu vallen onder de jeugdzorg die de gemeenten moeten regelen. Hier is veel om te doen, omdat het vaak niet goed loopt. Ook moeten voor cliënten steeds opnieuw een aanvraag voor zorg indienen en dat leidt tot onrust.
Teleurstellende uitkomst
Volgens de staatssecretaris zouden drie- tot achthonderd jeugdigen wat betreft hun zorgvraag onder de Wlz kunnen vallen. Hij begrijpt dat het voor de betrokken kinderen en hun ouders een teleurstellende uitkomst is, zeker gezien de gewekte verwachtingen. De Kamer nam het amendement in 2019 al aan.
Blokhuis wijst erop dat er veel meer volwassenen met psychische hulpvragen een beroep doen op de Wlz dan was verwacht: 17.000 in plaats van ruim 9.200. Dat zorgt voor lange wachtlijsten bij de CIZ, het centrum dat de aanvragen voor indicaties voor langdurige zorg behandelt.
Door: ANP