Bevolkingsonderzoek borstkanker te verbeteren met inzet van AI

Het bevolkingsonderzoek borstkanker is effectief in zijn doel: het vermindert sterfte aan borstkanker in Nederland. Een eventuele aanpassing van bijvoorbeeld de leeftijdsgrens verandert de uitkomsten niet. Wel denkt de Gezondheidsraad dat de inzet van kunstmatige intelligentie (AI) over enkele jaren de screening kan verbeteren. Ook zijn beeldvormende technieken en risicostratificatie nieuwe ontwikkelingen die hiervoor ingezet kunnen worden, aldus de Gezondheidsraad.

Iedere twee tot drie jaar krijgen vrouwen tussen de 50 en 70 jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Zij kunnen dan een röntgenfoto, mammografie, van hun borsten laten maken. De staatssecretaris van Volksgezondheid wilde weten of het bevolkingsonderzoek binnen de huidige capaciteit verbeterd kan worden. Op dit moment zijn er volgens de Gezondheidsraad geen mogelijkheden om de screening te verbeteren: het bevolkingsonderzoek bereikt zijn doel door in een vroeg stadium tumoren op te sporen en sterfte door borstkanker te voorkomen.

Tomosynthese kan mammografie vervangen

Over enkele jaren kan het bevolkingsonderzoek wél ingrijpend worden herzien. Dan kan de borstkankerscreening bijvoorbeeld gebruikmaken van tomosynthese, een beeldvormende techniek dat driedimensionale foto’s van de borst maakt. Een mogelijk vervanging van de vaak pijnlijke mammografie. Vrouwen met een laag risico op borstkanker hoeven straks wellicht minder vaak gescreend te worden als risicostratificatie kan worden ingezet. Vrouwen met een hoger risico krijgen dan juist vaker onderzoek.

Voorbereiden op implementatie

Volgens de Gezondheidsraad zijn er ook veel mogelijkheden op het gebied van kunstmatige intelligentie. Dit maakt risicostratificatie mogelijk, maar is ook handig voor verbeterde beoordeling van de mammografiebeelden en het verlagen van de werkdruk voor radiologen. Hoewel de implementatie pas over enkele jaren mogelijk is, kunnen voorbereidingen hierop wel alvast worden getroffen.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky